Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. entraîneur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor entraîneur (Frans) in het Nederlands

entraîneur:

entraîneur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'entraîneur (dresseur)
    de trainer; de oefenmeester
  2. l'entraîneur (instructeur; coach)
    de coach; de oefenmeester
    • coach [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • oefenmeester [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. l'entraîneur (dresseur de chevaux; dresseur)
    paardendresseur; de dressuur

Vertaal Matrix voor entraîneur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
coach coach; entraîneur; instructeur
dressuur dresseur; dresseur de chevaux; entraîneur dompteur; dresseur; entraînement; formation; instruction; éducation
oefenmeester coach; dresseur; entraîneur; instructeur instructeur; moniteur; professeur particulier; répétiteur
paardendresseur dresseur; dresseur de chevaux; entraîneur
trainer dresseur; entraîneur

Synoniemen voor "entraîneur":


Wiktionary: entraîneur

entraîneur
noun
  1. Celui qui entraîner (en particulier un cheval).
entraîneur
noun
  1. iemand die beroepsmatig mensen of dieren begeleidt teneinde hun prestaties te verbeteren

Cross Translation:
FromToVia
entraîneur trainer; coach coach — trainer
entraîneur trainer; trainster trainer — person who trains another; coach