Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal essuyer

Vertaal essuyer van Frans naar Nederlands

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. essuyer:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor essuyer (Frans) in het Nederlands

essuyer:

essuyer werkwoord (essuie, essuies, essuyons, essuyez, )

  1. essuyer (effacer; enlever; entraîner; )
    wissen; uitwissen; wegvegen; uitvegen; vlakken; uitgommen; uitvlakken
    • wissen werkwoord (wis, wist, wiste, wisten, gewist)
    • uitwissen werkwoord (wis uit, wist uit, wiste uit, wisten uit, uitgewist)
    • wegvegen werkwoord (veeg weg, veegt weg, veegde weg, veegden weg, weggeveegd)
    • uitvegen werkwoord (veeg uit, veegt uit, veegde uit, veegden uit, uitgeveegd)
    • vlakken werkwoord (vlak, vlakt, vlakte, vlakten, gevlakt)
    • uitgommen werkwoord (gom, gomt, gomde, gomden, uitgegomd)
    • uitvlakken werkwoord (vlak uit, vlakt uit, vlakte uit, vlakten uit, uitgevlakt)
  2. essuyer (laver à grande eau; nettoyer)
    dweilen
    • dweilen werkwoord (dweil, dweilt, dweilde, dweilden, gedweild)
  3. essuyer (éponger)
    afvegen; afwissen
    • afvegen werkwoord (veeg af, veegt af, veegde af, veegden af, afgeveegd)
    • afwissen werkwoord (wis af, wist af, wiste af, wisten af, afgewist)
  4. essuyer (frotter)
    afstrijken; lepel afstrijken
  5. essuyer (frotter; décrasser; faire briller; )
    boenen; schrobben; schoonboenen; afschrobben; afboenen; schoonschrobben
    • boenen werkwoord (boen, boent, boende, boenden, geboend)
    • schrobben werkwoord (schrob, schrobt, schrobde, schrobden, geschrobd)
    • schoonboenen werkwoord
    • afschrobben werkwoord (schrob af, schrobt af, schrobde af, schrobden af, afgeschrobd)
    • afboenen werkwoord
    • schoonschrobben werkwoord (schrob schoon, schrobt schoon, schrobde schoon, schrobden schoon, schoongeschrobd)

Conjugations for essuyer:

Présent
  1. essuie
  2. essuies
  3. essuie
  4. essuyons
  5. essuyez
  6. essuient
imparfait
  1. essuyais
  2. essuyais
  3. essuyait
  4. essuyions
  5. essuyiez
  6. essuyaient
passé simple
  1. essuyai
  2. essuyas
  3. essuya
  4. essuyâmes
  5. essuyâtes
  6. essuyèrent
futur simple
  1. essuierai
  2. essuieras
  3. essuiera
  4. essuierons
  5. essuierez
  6. essuieront
subjonctif présent
  1. que j'essuie
  2. que tu essuies
  3. qu'il essuie
  4. que nous essuyions
  5. que vous essuyiez
  6. qu'ils essuient
conditionnel présent
  1. essuierais
  2. essuierais
  3. essuierait
  4. essuierions
  5. essuieriez
  6. essuieraient
passé composé
  1. ai essuyé
  2. as essuyé
  3. a essuyé
  4. avons essuyé
  5. avez essuyé
  6. ont essuyé
divers
  1. essuie!
  2. essuyez!
  3. essuyons!
  5. essuyé
  6. essuyant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor essuyer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afwissen époussetage
boenen frottement; lavage; lavage par frottement
dweilen passée la serpillière
schrobben frottement; lavage le plancher; ménage; nettoyage
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afboenen astiquer; cirer; décrasser; essuyer; faire briller; frotter; frotter de; laver; laver à grande eau; nettoyer
afschrobben astiquer; cirer; décrasser; essuyer; faire briller; frotter; frotter de; laver; laver à grande eau; nettoyer
afstrijken essuyer; frotter
afvegen essuyer; éponger balayer; effacer
afwissen essuyer; éponger
boenen astiquer; cirer; décrasser; essuyer; faire briller; frotter; frotter de; laver; laver à grande eau; nettoyer
dweilen essuyer; laver à grande eau; nettoyer
lepel afstrijken essuyer; frotter
schoonboenen astiquer; cirer; décrasser; essuyer; faire briller; frotter; frotter de; laver; laver à grande eau; nettoyer
schoonschrobben astiquer; cirer; décrasser; essuyer; faire briller; frotter; frotter de; laver; laver à grande eau; nettoyer
schrobben astiquer; cirer; décrasser; essuyer; faire briller; frotter; frotter de; laver; laver à grande eau; nettoyer
uitgommen aplanir; aplatir; balayer; effacer; enlever; entraîner; essuyer; faire disparaître; gommer; torcher
uitvegen aplanir; aplatir; balayer; effacer; enlever; entraîner; essuyer; faire disparaître; gommer; torcher
uitvlakken aplanir; aplatir; balayer; effacer; enlever; entraîner; essuyer; faire disparaître; gommer; torcher
uitwissen aplanir; aplatir; balayer; effacer; enlever; entraîner; essuyer; faire disparaître; gommer; torcher
vlakken aplanir; aplatir; balayer; effacer; enlever; entraîner; essuyer; faire disparaître; gommer; torcher
wegvegen aplanir; aplatir; balayer; effacer; enlever; entraîner; essuyer; faire disparaître; gommer; torcher balayer; effacer
wissen aplanir; aplatir; balayer; effacer; enlever; entraîner; essuyer; faire disparaître; gommer; torcher effacer

Synoniemen voor "essuyer":


Wiktionary: essuyer

essuyer
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens
essuyer
verb
  1. met een doekje of papiertje vuil weghalen
  2. met een vegende beweging verwijderen of schoonmaken
  3. door ergens langs te strijken verplaatsen of verwijderen
Cross Translation:
FromToVia
• essuyer → ondergaan ↔ erleiden — etwas körperlich oder seelisch Unangenehmes erleben; eine unangenehme Erfahrung machen
• essuyer → vegen ↔ wipe — remove surface substance

Verwante vertalingen van essuyer







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0269 seconde
Page rendered in 1.0 seconds