Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. façon:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor façon (Frans) in het Nederlands

façon:

façon [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la façon (méthode; manière; procédure; )
    de methode; de manier; de handelwijze; de wijze; de procedure; de wijs; de trant
    • methode [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • manier [de ~] zelfstandig naamwoord
    • handelwijze [de ~] zelfstandig naamwoord
    • wijze [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • procedure [de ~] zelfstandig naamwoord
    • wijs [de ~] zelfstandig naamwoord
    • trant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. la façon (manière de se comporter; attitude; comportement; manière; conduite)
    het gedrag; de gedragswijze; de handelwijze; het optreden; de manier
  3. la façon (forme; moule; configuration; manière)
    de conditie; de vorm
    • conditie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • vorm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. la façon (mode)
    de modus
    • modus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor façon:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conditie configuration; façon; forme; manière; moule circonstance; condition; condition nécessaire; critère; demande; disposition; ennuis; exigence; réquisition; situation; stipulation; tracas; état
gedrag attitude; comportement; conduite; façon; manière; manière de se comporter comportement; conduite
gedragswijze attitude; comportement; conduite; façon; manière; manière de se comporter
handelwijze attitude; comportement; conduite; façon; genre; ligne de conduite; manière; manière de se comporter; méthode; procédure; procédé
manier attitude; comportement; conduite; façon; genre; ligne de conduite; manière; manière de se comporter; méthode; procédure; procédé
methode façon; genre; ligne de conduite; manière; méthode; procédure; procédé approche; méthode; méthode de travail; procédé
modus façon; mode mode
optreden attitude; comportement; conduite; façon; manière; manière de se comporter
procedure façon; genre; ligne de conduite; manière; méthode; procédure; procédé affaire judiciaire; procès; procédure
trant façon; genre; ligne de conduite; manière; méthode; procédure; procédé
vorm configuration; façon; forme; manière; moule air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; contour; dehors; extérieur; figure; forme; forme modèle; marge; matrice; mine; modèle; moulage; moule; physique; plâtre; posture; surmoulage; être en forme
wijs façon; genre; ligne de conduite; manière; méthode; procédure; procédé air; ballade; chanson; chant; mélodie
wijze façon; genre; ligne de conduite; manière; méthode; procédure; procédé homme de science; savant; scientifique; titulaire d'une maîtrise; universitaire
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
optreden agir; faire du théâtre; faire marcher; faire un procès à; jouer; manipuler; mettre en marche; opérer; procéder; présenter un spectacle; s'occuper de; s'y prendre; se produire
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wijs astucieux; cultivé; d'une façon géniale; d'une manière sensée; de génie; délirant; dément; fabuleux; fantastique; fou; génial; habile; instruit; intelligemment; intelligent; lettré; lunatique; malin; qui a beaucoup lu; qui a fait des études supérieures; raisonnable; raisonnablement; sage; sagement; savant; sensé; sensément; très savant; érudit

Synoniemen voor "façon":


Wiktionary: façon

façon
noun
  1. Action de faire
façon
noun
  1. de handelswijze

Cross Translation:
FromToVia
façon manier manner — way of performing or effecting; method or style
façon zo; alzo; aldus thus — in this way or manner
façon manier way — method
façon manier; wijze WeiseArt, Methode, Art und Weise

Verwante vertalingen van façon