Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fabuler:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor fabulâtes (Frans) in het Nederlands

fabuler:

fabuler werkwoord (fabule, fabules, fabulons, fabulez, )

  1. fabuler (imaginer; tramer)
    bedenken; verzinnen; uitdenken; verdichten; fantaseren; voorwenden
    • bedenken werkwoord (bedenk, bedenkt, bedacht, bedachten, bedacht)
    • verzinnen werkwoord (verzin, verzint, verzon, verzonnen, verzonnen)
    • uitdenken werkwoord (denk uit, denkt uit, dacht uit, dachten uit, uitgedacht)
    • verdichten werkwoord (verdicht, verdichtte, verdichtten, verdicht)
    • fantaseren werkwoord (fantaseer, fantaseert, fantaseerde, fantaseerden, gefantaseerd)
    • voorwenden werkwoord (wend voor, wendt voor, wendde voor, wendden voor, voorgewend)
  2. fabuler (mentir; inventer des histoires; raconter des histoires)
    liegen; jokken
    • liegen werkwoord (lieg, liegt, loog, logen, gelogen)
    • jokken werkwoord (jok, jokt, jokte, jokten, gejokt)

Conjugations for fabuler:

Présent
  1. fabule
  2. fabules
  3. fabule
  4. fabulons
  5. fabulez
  6. fabulent
imparfait
  1. fabulais
  2. fabulais
  3. fabulait
  4. fabulions
  5. fabuliez
  6. fabulaient
passé simple
  1. fabulai
  2. fabulas
  3. fabula
  4. fabulâmes
  5. fabulâtes
  6. fabulèrent
futur simple
  1. fabulerai
  2. fabuleras
  3. fabulera
  4. fabulerons
  5. fabulerez
  6. fabuleront
subjonctif présent
  1. que je fabule
  2. que tu fabules
  3. qu'il fabule
  4. que nous fabulions
  5. que vous fabuliez
  6. qu'ils fabulent
conditionnel présent
  1. fabulerais
  2. fabulerais
  3. fabulerait
  4. fabulerions
  5. fabuleriez
  6. fabuleraient
passé composé
  1. ai fabulé
  2. as fabulé
  3. a fabulé
  4. avons fabulé
  5. avez fabulé
  6. ont fabulé
divers
  1. fabule!
  2. fabulez!
  3. fabulons!
  4. fabulé
  5. fabulant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor fabuler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fantaseren service d'un plat
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedenken fabuler; imaginer; tramer concevoir un plan; considérer; méditer; penser à; planifier; projeter; préparer; réfléchir; se rappeler; se souvenir de; songer; tramer; être pensif
fantaseren fabuler; imaginer; tramer
jokken fabuler; inventer des histoires; mentir; raconter des histoires
liegen fabuler; inventer des histoires; mentir; raconter des histoires
uitdenken fabuler; imaginer; tramer concocter; fabriquer; imaginer; inventer
verdichten fabuler; imaginer; tramer
verzinnen fabuler; imaginer; tramer concevoir un plan; planifier; projeter; préparer; tramer
voorwenden fabuler; imaginer; tramer faire l'hypocrite; faire semblant; feindre; prétendre; prétexter; simuler

Synoniemen voor "fabuler":


Wiktionary: fabuler

fabuler
verb
  1. Raconter des choses inventées, des fabulations.
fabuler
verb
  1. verzinsels vertellen en wel zodanig dat men er zelf in gaat geloven (-> Münchhausen)