Fanatique in het Nederlands vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

fanatique:
- gedreven; bezeten; fanatiek; gemotiveerd; motivatie bezittend; dweepziek; dweperig; bezetene; fanatieke
- fanaat; fanatiekeling; fanaticus; doordrammer; aanhouder; zeloot; ijveraar; maniak; scherpslijper; dweper
Wiktionary:
- fanatique → dweepziek, dwepend, fanatiek
- fanatique → fanaat, fanatiekeling

Frans

Uitgebreide vertaling voor fanatique (Frans) in het Nederlands

fanatique
gedreven
- gedreven bijvoeglijk naamwoord
fanatique (épris; possédé; fervent)
bezeten; fanatiek
- bezeten bijvoeglijk naamwoord
- fanatiek bijvoeglijk naamwoord
fanatique (motivé; possédé; épris)
gemotiveerd; motivatie bezittend
- gemotiveerd bijvoeglijk naamwoord
- motivatie bezittend bijvoeglijk naamwoord
fanatique (exalté; fervent; avec exaltation)
dweepziek; dweperig
- dweepziek bijvoeglijk naamwoord
- dweperig bijvoeglijk naamwoord
fanatique (passionné; possédé; épris)
bezetene; fanatieke
- bezetene bijvoeglijk naamwoord
- fanatieke bijvoeglijk naamwoord

le fanatique (partisan; maniaque; fana)
de fanaat; de fanatiekeling; de fanaticus
- fanaat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- fanatiekeling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- fanaticus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le fanatique (zélateur; zélatrice)
de doordrammer; de aanhouder
- doordrammer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- aanhouder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le fanatique (zélateur; mordu; enragé; exalté; fana)
de zeloot; de fanaat; de ijveraar; de fanaticus
- zeloot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- fanaat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- ijveraar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- fanaticus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le fanatique (maniaque; fervent; fana)
de maniak; de ijveraar; de zeloot; de scherpslijper
- maniak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- ijveraar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- zeloot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- scherpslijper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le fanatique (maniaque; fervent; fana; zélateur)
de zeloot; de dweper; de fanaat
- zeloot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- dweper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- fanaat [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanhouder	fanatique; zélateur; zélatrice	accrocheur; dur; personne persévérante
doordrammer	fanatique; zélateur; zélatrice
dweper	fana; fanatique; fervent; maniaque; zélateur
fanaat	enragé; exalté; fana; fanatique; fervent; maniaque; mordu; partisan; zélateur
fanaticus	enragé; exalté; fana; fanatique; maniaque; mordu; partisan; zélateur
fanatiekeling	fana; fanatique; maniaque; partisan
ijveraar	enragé; exalté; fana; fanatique; fervent; maniaque; mordu; zélateur	avocat; champion; défenseur; promoteur; zélateur
maniak	fana; fanatique; fervent; maniaque	freak; maniaque; sot
scherpslijper	fana; fanatique; fervent; maniaque	chicaneur; emmerdeur
zeloot	enragé; exalté; fana; fanatique; fervent; maniaque; mordu; zélateur
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bezeten	fanatique; fervent; possédé; épris
dweepziek	avec exaltation; exalté; fanatique; fervent
dweperig	avec exaltation; exalté; fanatique; fervent
fanatiek	fanatique; fervent; possédé; épris
gedreven	fanatique
gemotiveerd	fanatique; motivé; possédé; épris
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bezetene	fanatique; passionné; possédé; épris
fanatieke	fanatique; passionné; possédé; épris
motivatie bezittend	fanatique; motivé; possédé; épris

fanatique

adjective

Cross Translation:

From	To	Via
• fanatique	→ fanaat	↔ freak — person who has an obsession or extreme knowledge of something
• fanatique	→ fanatiekeling	↔ zealot — zealous person