Frans

Uitgebreide vertaling voor farceur (Frans) in het Nederlands

farceur:

farceur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le farceur (luron; attrapeur; attrapeuse)
    fopper
    • fopper [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. le farceur (clown; espiègle; gaillard; )
    de guit; de deugniet; de stinkerd; de snaak; de rakker
    • guit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • deugniet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stinkerd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • snaak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • rakker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. le farceur (plaisantin; comique; comédien; clown)
    de grappenmaker; de lolbroek; de komiek
  4. le farceur (paillasse; comique; plaisantin; )
    de uilenspiegel; de grappenmaker; de guit; de komiek; de pias; de paljas; de snaak; mallerd; de olijkerd
    • uilenspiegel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • grappenmaker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • guit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • komiek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pias [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • paljas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • snaak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • mallerd [znw.] zelfstandig naamwoord
    • olijkerd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. le farceur (rigolo; clown; plaisantin)
    de grappenmaker; de potsenmaker

Vertaal Matrix voor farceur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deugniet clown; espiègle; farceur; gaillard; misérable; paillasse; plaisantin espiègle; gamin; polisson
fopper attrapeur; attrapeuse; farceur; luron
grappenmaker bouffon; clown; comique; comédien; espiègle; farceur; paillasse; plaisantin; rigolo
guit bouffon; clown; comique; comédien; espiègle; farceur; gaillard; misérable; paillasse; plaisantin diablotin; espiègle
komiek bouffon; clown; comique; comédien; espiègle; farceur; paillasse; plaisantin acteur; actrice; comique; comédien; comédienne
lolbroek clown; comique; comédien; farceur; plaisantin blagueur; rigolo
mallerd bouffon; clown; comique; comédien; espiègle; farceur; paillasse; plaisantin cinglé; clown; dingo; dingue; fada; schnock; schnoque; vieux schnock
olijkerd bouffon; clown; comique; comédien; espiègle; farceur; paillasse; plaisantin diablotin; espiègle
paljas bouffon; clown; comique; comédien; espiègle; farceur; paillasse; plaisantin diablotin; espiègle
pias bouffon; clown; comique; comédien; espiègle; farceur; paillasse; plaisantin cinglé; clown; dingo; dingue; fada; schnock; schnoque; vieux schnock
potsenmaker clown; farceur; plaisantin; rigolo pitre
rakker clown; espiègle; farceur; gaillard; misérable; paillasse; plaisantin coquin; espiègle; garnement; mec; petit brigand; polisson; vilain
snaak bouffon; clown; comique; comédien; espiègle; farceur; gaillard; misérable; paillasse; plaisantin bandit; coquin; délinquant; gredin; malfrat; truand; voyou
stinkerd clown; espiègle; farceur; gaillard; misérable; paillasse; plaisantin brigand; canaille; cochon; con; crapule; fripouille; gredin; misérable; salaud
uilenspiegel bouffon; clown; comique; comédien; espiègle; farceur; paillasse; plaisantin
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
komiek amusant; avec humour; bouffon; chic; chouette; comique; comiquement; de manière amusante; divertissant; drôle; drôlement; dérisoire; espiègle; gai; hilarant; humoriste; humoristique; marrant; plaisamment; plaisant; plein d'esprit; rigolo; rigolote; risible; sot; sottement; sympa

Synoniemen voor "farceur":


Wiktionary: farceur


Cross Translation:
FromToVia
farceur sodemieter Schelm — Mensch, der gerne scherzt und neckt
farceur grapjas; grappenmaker; paljas; lolbroek Spaßvogeljemand, der mit seinen lustigen Einfällen und Späßen andere gerne erheitert