Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. financier:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor financier (Frans) in het Nederlands

financier:

financier bijvoeglijk naamwoord

  1. financier (financièrement; monétaire; pécuniaire; pécunier; par l'argent)
    financieel; geldelijk
  2. financier (financièrement; pécuniaire)
    financiële; geldelijke
  3. financier
    financiële
  4. financier (monétaire; pécuniaire; financièrement; par l'argent)
    monetair

financier [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le financier (commanditaire; bailleur de fonds; prêteur)
    de financier; de geldschieter; de geldgever

Vertaal Matrix voor financier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
financier bailleur de fonds; commanditaire; financier; prêteur
geldgever bailleur de fonds; commanditaire; financier; prêteur commanditaire; créancier; investisseur; oncle d'Amérique; oncle à héritage
geldschieter bailleur de fonds; commanditaire; financier; prêteur commanditaire; créancier; investisseur; oncle d'Amérique; oncle à héritage
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
financieel financier; financièrement; monétaire; par l'argent; pécuniaire; pécunier
geldelijk financier; financièrement; monétaire; par l'argent; pécuniaire; pécunier
monetair financier; financièrement; monétaire; par l'argent; pécuniaire
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
financiële financier; financièrement; pécuniaire
geldelijke financier; financièrement; pécuniaire

Synoniemen voor "financier":


Wiktionary: financier

financier
adjective
  1. met betrekking tot geld, geldelijk

Cross Translation:
FromToVia
financier financieel; financiële financial — related to finances
financier financieel finanziell — die Finanzen betreffend

Verwante vertalingen van financier