Frans

Uitgebreide vertaling voor fracas (Frans) in het Nederlands

fracas:

fracas [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le fracas (explosion; détonation; éclat; déchargement; grondement)
    de ontlading; plotselinge uitbarsting
  2. le fracas (rugissement; bruit; hurlements; )
    het gebrul; het geschreeuw; het gebulder; het gekrijs
    • gebrul [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geschreeuw [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gebulder [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gekrijs [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. le fracas (lourde chute; coup; choc; )
    de dreun; de klap; de knal; de smak; de kwak
    • dreun [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • klap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • knal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • smak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kwak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. le fracas (éruption volcanique; éclat; explosion; détonation; grondement)
    de vulkaanuitbarsting; de uitbarsting
  5. le fracas (bruit; rumeur; vacarme; )
    het rumoer; het gedruis; het tumult
    • rumoer [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gedruis [het ~] zelfstandig naamwoord
    • tumult [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fracas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dreun boum; choc; coup; coup violent; fracas; grondement; lourde chute; éclat claque; coup; coup de poing; gifle; torgnole
gebrul beuglement; braillement; bruit; criailleries; fracas; hurlement; hurlements; mugissement; piaulement; rugissement; tumulte; vacarme criailleries; grondement; hurlement; hurlements; meuglement; mugissement; roulement; rugissement; tonnerre
gebulder beuglement; braillement; bruit; criailleries; fracas; hurlement; hurlements; mugissement; piaulement; rugissement; tumulte; vacarme criailleries; grondement; hurlement; hurlements; meuglement; mugissement; roulement; rugissement; tonnerre
gedruis bruit; cabale; chahut; cohue; fracas; rumeur; tapage; tumulte; vacarme
gekrijs beuglement; braillement; bruit; criailleries; fracas; hurlement; hurlements; mugissement; piaulement; rugissement; tumulte; vacarme clameur; criaillement; criailleries; cris; cris perçants; cris stridents
geschreeuw beuglement; braillement; bruit; criailleries; fracas; hurlement; hurlements; mugissement; piaulement; rugissement; tumulte; vacarme appel; clameur; cri; criaillement; criailleries; cris; cris percants; cris perçants; cris stridents; glapissements
klap boum; choc; coup; coup violent; fracas; grondement; lourde chute; éclat babillage; baffe; bavardage; bavardages; beigne; calomnie; cancan; causeries; causettes; chataîgne; clabaudage; claque; commérage; commérages; coup; coup dur; gifle; gnon; heurt; marron; pain; papotage; petit coup; racontars; radotages; ragot; ragots; tape; torgnole
knal boum; choc; coup; coup violent; fracas; grondement; lourde chute; éclat claque; coup; déflagration; détonation; explosion; gifle
kwak boum; choc; coup; coup violent; fracas; grondement; lourde chute; éclat caillot; giclure; grumeau; marron; pâté; tache
ontlading déchargement; détonation; explosion; fracas; grondement; éclat décharge électrique; déchargement
plotselinge uitbarsting déchargement; détonation; explosion; fracas; grondement; éclat
rumoer bruit; cabale; chahut; cohue; fracas; rumeur; tapage; tumulte; vacarme bousculade; brouhaha; bruit; chahut; charivari; chichis; cohue; effervescence; presse; rumeur; tam-tam; tapage; tumulte; vacarme; émoi
smak boum; choc; coup; coup violent; fracas; grondement; lourde chute; éclat
tumult bruit; cabale; chahut; cohue; fracas; rumeur; tapage; tumulte; vacarme bousculade; bruit; chahut; charivari; cohue; effervescence; presse; tapage; tumulte; vacarme; émoi
uitbarsting détonation; explosion; fracas; grondement; éclat; éruption volcanique explosion; éclat; éruption
vulkaanuitbarsting détonation; explosion; fracas; grondement; éclat; éruption volcanique éruption volcanique

Synoniemen voor "fracas":


Verwante vertalingen van fracas