Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. frangin:


Frans

Uitgebreide vertaling voor frangin (Frans) in het Nederlands

frangin:

frangin [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le frangin (frère; infirmier; ambulancier; confrère; garde-malade)
    de broeder; de broer
    • broeder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • broer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor frangin:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
broeder ambulancier; confrère; frangin; frère; garde-malade; infirmier confrère; couventine; cénobite; ecclésiastique; frère; homme d'Eglise; infirmier; ministre du culte; moine; moniale; pasteur; religieux
broer ambulancier; confrère; frangin; frère; garde-malade; infirmier

Synoniemen voor "frangin":