Gîte in het Nederlands vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

gîte:
- hol van een dier; hol; leger; schuilplaats; lager; hazenleger; accommodatie; verblijfplaats; huisvesting; onderdak; behuizing; onderkomen; kwartier; tehuis; slaapverblijf; slaapvertrek
- slagzij
Wiktionary:
- gîte → woning, kwartier, logies, onderkomen

Frans

Uitgebreide vertaling voor gîte (Frans) in het Nederlands

gîte:

gîte [le ~] zelfstandig naamwoord

le gîte (repaire; terrier; refuge)
hol van een dier; de hol; het leger; de schuilplaats
- hol van een dier [znw.] zelfstandig naamwoord
- hol [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- leger [het ~] zelfstandig naamwoord
- schuilplaats [de ~] zelfstandig naamwoord
le gîte (gîte de lièvre)
het lager; het hazenleger; het leger
- lager [het ~] zelfstandig naamwoord
- hazenleger [het ~] zelfstandig naamwoord
- leger [het ~] zelfstandig naamwoord
le gîte (hébergement; accommodation; logement; domicile; habitation; abri; foyer; hospice; maison d'accueil)
de accommodatie; de verblijfplaats; de huisvesting; het onderdak; de behuizing; het onderkomen; het kwartier; het tehuis
- accommodatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verblijfplaats [de ~] zelfstandig naamwoord
- huisvesting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- onderdak [het ~] zelfstandig naamwoord
- behuizing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- onderkomen [het ~] zelfstandig naamwoord
- kwartier [het ~] zelfstandig naamwoord
- tehuis [het ~] zelfstandig naamwoord
le gîte (chambre à coucher; logis)
slaapverblijf; het slaapvertrek
- slaapverblijf [znw.] zelfstandig naamwoord
- slaapvertrek [het ~] zelfstandig naamwoord
le gîte (lièvre)
het hazenleger
- hazenleger [het ~] zelfstandig naamwoord

gîte [la ~] zelfstandig naamwoord

la gîte (bande)
de slagzij
- slagzij [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gîte:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
accommodatie	abri; accommodation; domicile; foyer; gîte; habitation; hospice; hébergement; logement; maison d'accueil	abri; accommodation; hébergement; logement
behuizing	abri; accommodation; domicile; foyer; gîte; habitation; hospice; hébergement; logement; maison d'accueil
hazenleger	gîte; gîte de lièvre; lièvre
hol	gîte; refuge; repaire; terrier	caverne; cavité; grotte; niche; tanière
hol van een dier	gîte; refuge; repaire; terrier
huisvesting	abri; accommodation; domicile; foyer; gîte; habitation; hospice; hébergement; logement; maison d'accueil	abri; asile; bureau de logement; hébergement; logement; procuration de logement; procuration de logis; procuration de quartier; refuge
kwartier	abri; accommodation; domicile; foyer; gîte; habitation; hospice; hébergement; logement; maison d'accueil	procuration de logement; procuration de logis; procuration de quartier; quinze minutes
lager	gîte; gîte de lièvre	roulement
leger	gîte; gîte de lièvre; refuge; repaire; terrier	armée; force armée; force militaire; forces armées; forces militaires
onderdak	abri; accommodation; domicile; foyer; gîte; habitation; hospice; hébergement; logement; maison d'accueil	abri; accommodation; asile; hébergement; logement; refuge
onderkomen	abri; accommodation; domicile; foyer; gîte; habitation; hospice; hébergement; logement; maison d'accueil	abri; asile; hébergement; logement; refuge
schuilplaats	gîte; refuge; repaire; terrier	abri; asile; cachette; refuge; retraite
slaapverblijf	chambre à coucher; gîte; logis
slaapvertrek	chambre à coucher; gîte; logis
slagzij	bande; gîte
tehuis	abri; accommodation; domicile; foyer; gîte; habitation; hospice; hébergement; logement; maison d'accueil
verblijfplaats	abri; accommodation; domicile; foyer; gîte; habitation; hospice; hébergement; logement; maison d'accueil	résidence
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hol		banal; creux; vide de sens
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
leger		militaire; à main armée

Synoniemen voor "gîte":

abri; asile; refuge; retraite; cachette; tanière; antre; toit; repaire; casemate; bande; bandage; pellicule; groupe; tend; serre; clapier; case; cuisse; gigot; pilon; culotte; jambon; gisement; bassin; filon; veine; placer; aire; bauge; nid; terrier; étape; habitation; logis; demeure; logement; habitat; domicile; résidence; maison; foyer; appartement; inclinaison; déclivité; pente; penchant; descente; angle; obliquité; amplitude; habitacle; home; soue; breuil

Wiktionary: gîte

Cross Translation:

From	To	Via
• gîte	→ woning; kwartier; logies; onderkomen	↔ Wohnung — ein Raum oder mehrere Räume, die innerhalb eines Hauses einen abgeschlossenen Bereich bilden und für einen ein- oder mehrköpfigen Haushalt zum Wohnen dienen

Verwante vertalingen van gîte

Remove Ads

Vertaal gîte van Frans naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gîte (Frans) in het Nederlands

gîte:

gîte [le ~] zelfstandig naamwoord

le gîte (repaire; terrier; refuge)

le gîte (gîte de lièvre)

le gîte (hébergement; accommodation; logement; domicile; habitation; abri; foyer; hospice; maison d'accueil)

le gîte (chambre à coucher; logis)

le gîte (lièvre)

gîte [la ~] zelfstandig naamwoord

la gîte (bande)

Vertaal Matrix voor gîte:

Synoniemen voor "gîte":

Wiktionary: gîte

Verwante vertalingen van gîte