Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. goinfrer:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor goinfrer (Frans) in het Nederlands

goinfrer:

goinfrer werkwoord

  1. goinfrer (dévorer; avaler; bouffer; )
    opvreten; verslinden; verzwelgen; oppeuzelen
    • opvreten werkwoord (vreet op, vrat op, vraten op, opgevreten)
    • verslinden werkwoord (verslind, verslindt, verslond, verslonden, verslonden)
    • verzwelgen werkwoord (verzwelg, verzwelgt, verzwolg, verzwolgen, verzwolgen)
    • oppeuzelen werkwoord (peuzel op, peuzelt op, peuzelde op, peuzelden op, opgepeuzeld)

Vertaal Matrix voor goinfrer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oppeuzelen bouffer; grignoter
opvreten bouffer; grignoter
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oppeuzelen avaler; bouffer; bâfrer; dévorer; engloutir; gober; goinfrer; manger goulûment bouffer; casser la croûte; consommer; croquer; déguster; déjeuner; dîner; manger; souper
opvreten avaler; bouffer; bâfrer; dévorer; engloutir; gober; goinfrer; manger goulûment avaler; consommer; digérer; dévorer; engloutir; finir; manger
verslinden avaler; bouffer; bâfrer; dévorer; engloutir; gober; goinfrer; manger goulûment avaler; avaler goulûment; consommer; digérer; dévorer; engloutir
verzwelgen avaler; bouffer; bâfrer; dévorer; engloutir; gober; goinfrer; manger goulûment avaler; dévorer; engloutir

Synoniemen voor "goinfrer":


Wiktionary: goinfrer

goinfrer
verb
  1. (familier, fr) manger beaucoup et gloutonnement, s'empiffrer.

Verwante vertalingen van goinfrer