Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. groupement:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor groupement (Frans) in het Nederlands

groupement:

groupement [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le groupement (compagnie; groupe; société)
    de groep; het gezelschap; aantal personen bijeen
  2. le groupement (faction; regroupement; organisation; groupe)
    de factie; de groepering
    • factie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • groepering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor groupement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aantal personen bijeen compagnie; groupe; groupement; société
factie faction; groupe; groupement; organisation; regroupement faction; parti politique
gezelschap compagnie; groupe; groupement; société association; cercle; club; compagnie; compagnie théâtrale; groupe; groupe de théâatre; troupe de théâtre; troupe théâtrale
groep compagnie; groupe; groupement; société accumulation; attroupement; bande; clique; compagnie théâtrale; groupe; groupe de distribution; groupe de théâatre; liste de distribution; rassemblement; troupe; troupe de théâtre; troupe théâtrale
groepering faction; groupe; groupement; organisation; regroupement
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
groep groupe

Synoniemen voor "groupement":


Wiktionary: groupement


Cross Translation:
FromToVia
groupement groep; functionele groep moiety(chemistry) a specific segment of a molecule

Verwante vertalingen van groupement