Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal imprudence

Vertaal imprudence van Frans naar Nederlands

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

imprudence:
- frivoliteit; oppervlakkigheid; hupsheid; ondiepte; lichtzinnigheid; ondoordachtzaamheid; onbezonnenheid; ondoordachtheid
Wiktionary:
- imprudence → verdwaasdheid, zinneloosheid, onvoorzichtigheid
- imprudence → lichtzinnigheid

Frans

Uitgebreide vertaling voor imprudence (Frans) in het Nederlands

imprudence:

imprudence [la ~] zelfstandig naamwoord

l'imprudence (légèreté; gaieté; joie; entrain; écueil; récif; ostentation; témérité; brièveté; frivolité; jovialité; enjouement; inexactitude; humeur joyeuse; caractère superficiel; manque de profondeur)
de frivoliteit; de oppervlakkigheid; hupsheid; de ondiepte; de lichtzinnigheid
- frivoliteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- oppervlakkigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- hupsheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- ondiepte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- lichtzinnigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'imprudence (irréflexion; inconsidération; caractère irréfléchi)
ondoordachtzaamheid; de onbezonnenheid; ondoordachtheid
- ondoordachtzaamheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- onbezonnenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ondoordachtheid [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor imprudence:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
frivoliteit	brièveté; caractère superficiel; enjouement; entrain; frivolité; gaieté; humeur joyeuse; imprudence; inexactitude; joie; jovialité; légèreté; manque de profondeur; ostentation; récif; témérité; écueil
hupsheid	brièveté; caractère superficiel; enjouement; entrain; frivolité; gaieté; humeur joyeuse; imprudence; inexactitude; joie; jovialité; légèreté; manque de profondeur; ostentation; récif; témérité; écueil	enjouement; entrain; gaieté; humeur joyeuse; joie; jovialité
lichtzinnigheid	brièveté; caractère superficiel; enjouement; entrain; frivolité; gaieté; humeur joyeuse; imprudence; inexactitude; joie; jovialité; légèreté; manque de profondeur; ostentation; récif; témérité; écueil
onbezonnenheid	caractère irréfléchi; imprudence; inconsidération; irréflexion
ondiepte	brièveté; caractère superficiel; enjouement; entrain; frivolité; gaieté; humeur joyeuse; imprudence; inexactitude; joie; jovialité; légèreté; manque de profondeur; ostentation; récif; témérité; écueil
ondoordachtheid	caractère irréfléchi; imprudence; inconsidération; irréflexion
ondoordachtzaamheid	caractère irréfléchi; imprudence; inconsidération; irréflexion
oppervlakkigheid	brièveté; caractère superficiel; enjouement; entrain; frivolité; gaieté; humeur joyeuse; imprudence; inexactitude; joie; jovialité; légèreté; manque de profondeur; ostentation; récif; témérité; écueil

Synoniemen voor "imprudence":

hardiesse; audace; intrépidité; énergie; risque; courage; coeur; assurance; bravoure; fermeté; témérité; aplomb; vigueur; imprévoyance; irréflexion; négligence; légèreté; inattention; distraction; étourderie; inadvertance; mégarde; insouciance; inconséquence; irresponsabilité; dissipation; omission

Wiktionary: imprudence

imprudence

noun

défaut de prudence.
- imprudence → verdwaasdheid; zinneloosheid; onvoorzichtigheid

imprudence

noun

een gedraging die gemakkelijk tot ongelukken kan leiden
- onvoorzichtigheid → imprudence

Cross Translation:

From	To	Via
• imprudence	→ lichtzinnigheid	↔ Leichtsinn — Mangel an Vorsicht und Überlegung beim Handeln