Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. incident:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor incident (Frans) in het Nederlands

incident:

incident [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'incident (événement; fait)
    de gebeurtenis; het voorval; het incident; het feit
    • gebeurtenis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • voorval [het ~] zelfstandig naamwoord
    • incident [het ~] zelfstandig naamwoord
    • feit [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. l'incident (événement; actualité; fait)
    de gebeurtenis; het evenement
  3. l'incident (petite affaire; histoire; événement; affaire; cas)
    het incident; het zaakje
    • incident [het ~] zelfstandig naamwoord
    • zaakje [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. l'incident
  5. l'incident
    het incident
    • incident [het ~] zelfstandig naamwoord
  6. l'incident (tâche; contrat; demande de devis)
    de aanvraag; de taak; het contract
    • aanvraag [de ~] zelfstandig naamwoord
    • taak [de ~] zelfstandig naamwoord
    • contract [het ~] zelfstandig naamwoord

incident bijvoeglijk naamwoord

  1. incident (intervenant)
    tussenkomend

Vertaal Matrix voor incident:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanvraag contrat; demande de devis; incident; tâche demande; demandeur; pétition; requête; requête HTTP; réclamation; réquisition
contract contrat; demande de devis; incident; tâche accord; contrat; convention
evenement actualité; fait; incident; événement
feit fait; incident; événement donnée; fait
gebeurtenis actualité; fait; incident; événement événement
incident affaire; cas; fait; histoire; incident; petite affaire; événement
taak contrat; demande de devis; incident; tâche action; assignation; boulot; cahier de vacances; commandement; consigne; contrainte; devise; emploi; fonction; instruction; job; labeur; mission; ordre; sommation; travail; tâche; à faire; élément à faire
voorval fait; incident; événement
zaakje affaire; cas; histoire; incident; petite affaire; événement
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tussenkomend incident; intervenant
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
crash incident
vastloper incident

Synoniemen voor "incident":


Wiktionary: incident

incident
noun
  1. événement inattendu pouvant avoir des conséquences mineures à importantes.

Cross Translation:
FromToVia
incident episode; voorval; gebeuren; gebeurtenis incident — event or occurrence
incident gebeurtenis Ereignis — ein - meist bedeutsames - Geschehen oder Erlebnis

Verwante vertalingen van incident