Indépendant in het Nederlands vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

indépendant:
- zelfstandig; onafhankelijk; gescheiden; apart; afzonderlijk; alleenstaand; separaat; op zich; op zichzelf staand; losstaand; vrijstaand; geïsoleerd; op zichzelf; vrijheidlievend; soeverein
- zelfstandige
Wiktionary:
- indépendant → onafhankelijk, zelfstandig
- indépendant → onafhankelijk, zelfstandig

Frans

Uitgebreide vertaling voor indépendant (Frans) in het Nederlands

indépendant:

indépendant bijvoeglijk naamwoord

indépendant (autonome)
zelfstandig
- zelfstandig bijvoeglijk naamwoord
indépendant (souverain)
onafhankelijk
- onafhankelijk bijvoeglijk naamwoord
indépendant (isolé; individuel; pavillon)
gescheiden; apart; afzonderlijk; alleenstaand; separaat; op zich; op zichzelf staand; losstaand; vrijstaand
- gescheiden bijvoeglijk naamwoord
- apart bijvoeglijk naamwoord
- afzonderlijk bijvoeglijk naamwoord
- alleenstaand bijvoeglijk naamwoord
- separaat bijvoeglijk naamwoord
- op zich bijvoeglijk naamwoord
- op zichzelf staand bijvoeglijk naamwoord
- losstaand bijvoeglijk naamwoord
- vrijstaand bijvoeglijk naamwoord
indépendant (isolé)
vrijstaand; geïsoleerd; alleenstaand; apart; afzonderlijk; op zichzelf staand; op zich; separaat; losstaand
- vrijstaand bijvoeglijk naamwoord
- geïsoleerd bijvoeglijk naamwoord
- alleenstaand bijvoeglijk naamwoord
- apart bijvoeglijk naamwoord
- afzonderlijk bijvoeglijk naamwoord
- op zichzelf staand bijvoeglijk naamwoord
- op zich bijvoeglijk naamwoord
- separaat bijvoeglijk naamwoord
- losstaand bijvoeglijk naamwoord
indépendant
op zichzelf
- op zichzelf bijvoeglijk naamwoord
indépendant (séparé; séparément; seul; particulier; solitaire; à part; autonome)
afzonderlijk; separaat; apart
- afzonderlijk bijvoeglijk naamwoord
- separaat bijvoeglijk naamwoord
- apart bijvoeglijk naamwoord
indépendant (qui aime la liberté)
vrijheidlievend
- vrijheidlievend bijvoeglijk naamwoord
indépendant (souverain; souverainement; autonome)
soeverein
- soeverein bijvoeglijk naamwoord

indépendant [le ~] zelfstandig naamwoord

l'indépendant
zelfstandige
- zelfstandige [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor indépendant:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
soeverein		homme du pouvoir; majesté; maître; monarque; roi; seigneur; souverain; souverain absolu
zelfstandige	indépendant
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afzonderlijk	autonome; individuel; indépendant; isolé; particulier; pavillon; seul; solitaire; séparé; séparément; à part	isolé; séparé; à part
alleenstaand	individuel; indépendant; isolé; pavillon	célibataire; isolé; seul
apart	autonome; individuel; indépendant; isolé; particulier; pavillon; seul; solitaire; séparé; séparément; à part	baroque; bizarre; bizarrement; capricieux; caractéristique; curieuse; curieux; d'une manière baroque; dingue; drôle; détaché; excentrique; excentriquement; exclusif; exclusivement; exotique; exquis; extraordinaire; extravagant; fantasque; fou; incomparable; inimitable; isolé; original; particulier; particulièrement; représentatif; seul de son espèce; singulier; singulière; singulièrement; sot; spécial; spécifique; séparé; typique; typiquement; unique; unique en son genre; uniquement; à part; étrange; étrangement; étranger
gescheiden	individuel; indépendant; isolé; pavillon	curieux; détaché; particulier; singulier; singulièrement; à part
geïsoleerd	indépendant; isolé
onafhankelijk	indépendant; souverain
separaat	autonome; individuel; indépendant; isolé; particulier; pavillon; seul; solitaire; séparé; séparément; à part	curieux; détaché; particulier; singulier; singulièrement; à part
soeverein	autonome; indépendant; souverain; souverainement
vrijstaand	individuel; indépendant; isolé; pavillon
zelfstandig	autonome; indépendant
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
losstaand	individuel; indépendant; isolé; pavillon
op zich	individuel; indépendant; isolé; pavillon
op zichzelf	indépendant
op zichzelf staand	individuel; indépendant; isolé; pavillon
vrijheidlievend	indépendant; qui aime la liberté

Synoniemen voor "indépendant":

autonome; libre; souverain; bohème; artiste; fantaisiste; insouciant; sans-souci; fier; digne; noble; majestueux; crâne; courageux; dédaigneux; arrogant; altier; hautain; méprisant; suffisant; incontrôlable; invérifiable; incontrôlé; rebelle; émancipé; non-aligné; non-engagé; non-conformiste; individualiste; contestataire; original; hétérodoxe

Wiktionary: indépendant

indépendant

adjective

Qui ne dépendre pas de telle personne ou de telle chose, qui ne lui est pas subordonner.
- indépendant → onafhankelijk; zelfstandig

indépendant

adjective

op zichzelf staand
- zelfstandig → indépendant

Cross Translation:

From	To	Via
• indépendant	→ onafhankelijk	↔ independent — not dependent; not contingent or depending on something else; free
• indépendant	→ zelfstandig	↔ selbstständig — ohne Hilfe anderer (auskommend)

Verwante vertalingen van indépendant

Remove Ads

Vertaal indépendant van Frans naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor indépendant (Frans) in het Nederlands

indépendant:

indépendant bijvoeglijk naamwoord

indépendant (autonome)

indépendant (souverain)

indépendant (isolé; individuel; pavillon)

indépendant (isolé)

indépendant

indépendant (séparé; séparément; seul; particulier; solitaire; à part; autonome)

indépendant (qui aime la liberté)

indépendant (souverain; souverainement; autonome)

indépendant [le ~] zelfstandig naamwoord

l'indépendant

Vertaal Matrix voor indépendant:

Synoniemen voor "indépendant":

Wiktionary: indépendant

Verwante vertalingen van indépendant