Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. infidèle:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor infidèle (Frans) in het Nederlands

infidèle:

infidèle bijvoeglijk naamwoord

  1. infidèle (adultère; malhonnête; perfide; traîtreusement; perfidement)
    ontrouw; overspelig
  2. infidèle
    trouweloos; afvallig
  3. infidèle (traître; traîtreusement; en traître)
    verraderlijk; trouweloos
  4. infidèle (traître; en traître; traîtreusement; perfidieux)
    verraderlijk; vals
  5. infidèle (païen; impie; païennement)
    afgodsdienstig
  6. infidèle (perfide; perfidement; avec perfidie)
    perfide

infidèle [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'infidèle (renégat; dissident)
    verzaker; de afvallige
  2. l'infidèle (renégat)
    verzaakster

Vertaal Matrix voor infidèle:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afvallige dissident; infidèle; renégat
ontrouw adultère; infidélité; malhonnêteté; perfidie; trahison
verzaakster infidèle; renégat
verzaker dissident; infidèle; renégat
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afvallig infidèle
ontrouw adultère; infidèle; malhonnête; perfide; perfidement; traîtreusement
overspelig adultère; infidèle; malhonnête; perfide; perfidement; traîtreusement
perfide avec perfidie; infidèle; perfide; perfidement
trouweloos en traître; infidèle; traître; traîtreusement
vals en traître; infidèle; perfidieux; traître; traîtreusement abject; bas; basse; bassement; en traître; erroné; fausse; faussement; faux; feint; fictif; fourbe; félon; ignoble; ignoblement; incorrect; inexact; infâme; inventé; mal; malfaisant; malicieusement; malicieux; mauvais; mensonger; méchant; méprisable; ordinaire; ordinairement; perfide; perfidement; rudement; supposé; traître; traîtreusement; vachement; vil; vulgaire; vulgairement
verraderlijk en traître; infidèle; perfidieux; traître; traîtreusement en traître; malicieux; traître; traîtreusement
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afgodsdienstig impie; infidèle; païen; païennement

Synoniemen voor "infidèle":


Wiktionary: infidèle

infidèle
adjective
  1. niet trouw of loyaal aan

Cross Translation:
FromToVia
infidèle ongelovige infidel — non-believer
infidèle ongelovige Ungläubige — weibliche Person, die nicht an (den aus Sicht des Sprechers/der Sprecherin einzigen, richtigen, wahren und dergleichen) Gott und die diesem huldigenden religiösen Lehren glaubt