Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ingérer:


Frans

Uitgebreide vertaling voor ingérer (Frans) in het Nederlands

ingérer:

ingérer werkwoord

  1. ingérer (absorber; avaler)
    opnemen; absorberen
    • opnemen werkwoord (neem op, neemt op, nam op, namen op, opgenomen)
    • absorberen werkwoord (absorbeer, absorbeert, absorbeerde, absorbeerden, geabsorbeerd)

Vertaal Matrix voor ingérer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
absorberen absorption
opnemen absorption; enregistrement; fait d'ingurgiter
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
absorberen absorber; avaler; ingérer absorber; aspirer; assimiler; finir en faisant du bruit; incorporer; ingurgiter; prendre; s'imprégner
opnemen absorber; avaler; ingérer absorber; aspirer; assimiler; capturer; enregister; enregistrer; finir en faisant du bruit; incorporer; ingurgiter; mémoriser; prendre; retenir; s'imprégner; surprendre

Synoniemen voor "ingérer":