Frans

Uitgebreide vertaling voor intermédiaire (Frans) in het Nederlands

intermédiaire:

intermédiaire [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'intermédiaire (contact)
    de contactpersoon
  2. l'intermédiaire (médiateur; conciliateur)
    de intermediair; de tussenpersoon; de bemiddelaar
  3. l'intermédiaire
    intercedent
  4. l'intermédiaire
    de tussenpersonen
  5. l'intermédiaire (médium)
    het medium; de intermediair
  6. l'intermédiaire (demi-grossiste)
    de tussenhandelaar

intermédiaire bijvoeglijk naamwoord

  1. intermédiaire
    intermediair; tussenliggend
  2. intermédiaire (médiateur)
    bemiddelend

Vertaal Matrix voor intermédiaire:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bemiddelaar conciliateur; intermédiaire; médiateur médiateur
contactpersoon contact; intermédiaire contact; contact professionnel; personne à contacter
intercedent intermédiaire
intermediair conciliateur; intermédiaire; médiateur; médium
medium intermédiaire; médium média; support d'enregistrement
tussenhandelaar demi-grossiste; intermédiaire intermédiaire commercial
tussenpersonen intermédiaire
tussenpersoon conciliateur; intermédiaire; médiateur
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
intermediair intermédiaire
tussenliggend intermédiaire
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bemiddelend intermédiaire; médiateur
medium en moyenne; modéré; moyen; moyenne; médiocre

Synoniemen voor "intermédiaire":


Wiktionary: intermédiaire

intermédiaire
adjective
  1. didactique|fr Qui est entre deux, parler des choses.

Verwante vertalingen van intermédiaire