Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. leur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor leur (Frans) in het Nederlands

leur:

leur bijvoeglijk naamwoord

  1. leur (eux; les)
    hun; hen
    • hun bijvoeglijk naamwoord
    • hen bijvoeglijk naamwoord
  2. leur
    hun
    • hun bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor leur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hen oiseau; poule; poulet; volaille
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hen eux; les; leur
hun eux; les; leur

Synoniemen voor "leur":

  • à elles; à eux

Wiktionary: leur

leur
  1. -

Cross Translation:
FromToVia
leur hun their — belonging to them
leur hen; hun them — third personal plural pronoun used after a preposition or as the object of a verb

Verwante vertalingen van leur