Frans

Uitgebreide vertaling voor mandat (Frans) in het Nederlands

mandat:

mandat [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le mandat (procuration; autorisation; carte blanche; plein pouvoir)
    de volmacht; geven van volmacht; de lastgeving; de lastbrief
  2. le mandat (procuration; ordonnance de paiement; autorisation; )
    het mandaat; de volmacht; de vergunning; de procuratie; de licentie
  3. le mandat (ordre de service; consigne; instruction; assignation)
    het mandaat; het bevelschrift; de lastbrief
  4. le mandat
    het mandaat; de lastgeving
  5. le mandat
    de volmacht
  6. le mandat (mandat-poste)
    de postwissel; de wissel
    • postwissel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wissel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  7. le mandat (commande; ordre; commando; )
    de order; de commando; het bevel
    • order [de ~] zelfstandig naamwoord
    • commando [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bevel [het ~] zelfstandig naamwoord
  8. le mandat (autorisation)
    machtigingsformulier

Vertaal Matrix voor mandat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bevel commande; commandement; commando; impératif; mandat; mission; ordre; ordre donné à l'armée; sommation
bevelschrift assignation; consigne; instruction; mandat; ordre de service assignation; commandement; consigne; contrainte; devise; instruction; mission; ordre; sommation
commando commande; commandement; commando; impératif; mandat; mission; ordre; ordre donné à l'armée; sommation
geven van volmacht autorisation; carte blanche; mandat; plein pouvoir; procuration
lastbrief assignation; autorisation; carte blanche; consigne; instruction; mandat; ordre de service; plein pouvoir; procuration
lastgeving autorisation; carte blanche; mandat; plein pouvoir; procuration assignation; commande; consigne; instruction; ordre de service
licentie autorisation; délégation; habilitation; mandat; ordonnance de paiement; pleins pouvoirs; pouvoir; procuration autorisation; brevet; carte blanche; certificat; concession de boissons; diplôme; débit; licence; licence d'exploitation d'un débit de boissons; licence de brevet; licence de débit de boissons; permis; permission
machtigingsformulier autorisation; mandat
mandaat assignation; autorisation; consigne; délégation; habilitation; instruction; mandat; ordonnance de paiement; ordre de service; pleins pouvoirs; pouvoir; procuration assignation; commande; consigne; instruction; mandat électif; ordre de service
order commande; commandement; commando; impératif; mandat; mission; ordre; ordre donné à l'armée; sommation assignation; commandement; consigne; contrainte; devise; instruction; mission; ordre; sommation
postwissel mandat; mandat-poste
procuratie autorisation; délégation; habilitation; mandat; ordonnance de paiement; pleins pouvoirs; pouvoir; procuration
vergunning autorisation; délégation; habilitation; mandat; ordonnance de paiement; pleins pouvoirs; pouvoir; procuration autorisation; carte blanche; concession de boissons; débit; licence; licence d'exploitation d'un débit de boissons; licence de débit de boissons; permis; permission
volmacht autorisation; carte blanche; délégation; habilitation; mandat; ordonnance de paiement; plein pouvoir; pleins pouvoirs; pouvoir; procuration approbation; autorisation; consentement; permission; procuration
wissel mandat; mandat-poste aiguille; bifurcation de la voie ferrée; bifurcation du chemin de fer; changement de voie ferrée; lettre de change; remplaçant; rentrant
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
order commande
wissel lettre de change

Synoniemen voor "mandat":


Wiktionary: mandat

mandat
noun
  1. Traductions à trier suivant le sens

Cross Translation:
FromToVia
mandat gevolmachtigde proxy — authority to act for another, especially when written

Verwante vertalingen van mandat