Frans

Uitgebreide vertaling voor miséreux (Frans) in het Nederlands

miséreux:

miséreux bijvoeglijk naamwoord

  1. miséreux (pauvre; nécessiteux; indigent)
    arm; behoeftig; minvermogend; kommerlijk; armoedig; onvermogend; noodlijdend; armelijk

miséreux [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le miséreux (traîne-misère; crève-la-faim)
    de armoedzaaiers
  2. le miséreux (misérable)
    de pauper
    • pauper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor miséreux:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arm accoudoir; bras
armoedzaaiers crève-la-faim; miséreux; traîne-misère
pauper misérable; miséreux
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arm indigent; miséreux; nécessiteux; pauvre de second ordre; faible; indigent; inférieur; mauvais; médiocre; méprisable; pauvre; subalterne
armelijk indigent; miséreux; nécessiteux; pauvre insuffisant; maigre; misérable; misérablement; pauvre; pauvrement
armoedig indigent; miséreux; nécessiteux; pauvre humble; insuffisant; maigre; minable; misérable; misérablement; miteux; passé; pauvre; pauvrement; pouilleux; périmé
behoeftig indigent; miséreux; nécessiteux; pauvre
kommerlijk indigent; miséreux; nécessiteux; pauvre inquiet; soucieux
minvermogend indigent; miséreux; nécessiteux; pauvre
noodlijdend indigent; miséreux; nécessiteux; pauvre
onvermogend indigent; miséreux; nécessiteux; pauvre démuni; pauvre; sans ressources; très pauvre

Synoniemen voor "miséreux":