Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. morsure:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor morsure (Frans) in het Nederlands

morsure:

morsure [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la morsure
    het bijten
    • bijten [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. la morsure (coup de dents)
    de knauw
    • knauw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. la morsure (piqûre)
    de steek; pijn in de zij
  4. la morsure (action de mordre dans; happement; coup de dent)
    happen in; toehappen

Vertaal Matrix voor morsure:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijten morsure
happen in action de mordre dans; coup de dent; happement; morsure
knauw coup de dents; morsure
pijn in de zij morsure; piqûre
steek morsure; piqûre coup; coup de couteau; piqûre
toehappen action de mordre dans; coup de dent; happement; morsure
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
toehappen mordre; piquer; saisir l'occasion

Synoniemen voor "morsure":


Wiktionary: morsure

morsure
noun
  1. action de mordre.
morsure
noun
  1. een samenklemming tussen de kaken

Cross Translation:
FromToVia
morsure bijten bite — act of biting
morsure beet bite — wound left behind after having been bitten

Verwante vertalingen van morsure