Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor négociable (Frans) in het Nederlands

négociable:

négociable bijvoeglijk naamwoord

  1. négociable (vendable)
    verhandelbaar; verkoopbaar
  2. négociable (discutable)
    bespreekbaar
  3. négociable (courant; commun; normal; )
    gebruikelijk; courant; gangbaar; gewoon

Vertaal Matrix voor négociable:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
courant journal; quotidien
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bespreekbaar discutable; négociable
courant ayant cours; banal; commun; courant; d'usage; de mise; dernier cri; généralement admis; habituel; mondain; normal; négociable; usuel; vendable; à la mode
gangbaar ayant cours; banal; commun; courant; d'usage; de mise; dernier cri; généralement admis; habituel; mondain; normal; négociable; usuel; vendable; à la mode commun; courant; d'usage; habituel; normal; ordinaire
gebruikelijk ayant cours; banal; commun; courant; d'usage; de mise; dernier cri; généralement admis; habituel; mondain; normal; négociable; usuel; vendable; à la mode commun; courant; d'usage; habituel; normal; ordinaire
gewoon ayant cours; banal; commun; courant; d'usage; de mise; dernier cri; généralement admis; habituel; mondain; normal; négociable; usuel; vendable; à la mode accoutumé; commun; courant; d'usage; de mise; généralement admis; habituel; habitué; normal; ordinaire; tout simple; usuel
verhandelbaar négociable; vendable
verkoopbaar négociable; vendable

Synoniemen voor "négociable":