Frans

Uitgebreide vertaling voor nourriture (Frans) in het Nederlands

nourriture:

nourriture [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la nourriture (alimentation)
    de voeding; de voedsel; de spijs; de eetwaren; de proviand
    • voeding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • voedsel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • spijs [de ~] zelfstandig naamwoord
    • eetwaren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • proviand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    het eten
    – wat je bij de maaltijd tot je neemt 1
    • eten [het ~] zelfstandig naamwoord
      • het eten is koud1
  2. la nourriture (sustentation; alimentation)
    de voeding; de voedsel; de spijziging; de kost
    • voeding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • voedsel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • spijziging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kost [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    het eten
    – wat je bij de maaltijd tot je neemt 1
    • eten [het ~] zelfstandig naamwoord
      • het eten is koud1
  3. la nourriture (victuailles; produits alimentaires; alimentation; provisions; vivres)
    de levensmiddelen
  4. la nourriture (aliments; alimentation; plat; aliment)
    de voedingsmiddelen; de voedsel
  5. la nourriture (dépenses; frais; alimentation; )
    de kosten; de uitgaven; de onkosten; de kost; de uitgaaf
    • kosten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • uitgaven [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • onkosten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • kost [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • uitgaaf [de ~] zelfstandig naamwoord
  6. la nourriture (provisions; alimentation; vivres; victuailles)
    de leeftocht

Vertaal Matrix voor nourriture:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eetwaren alimentation; nourriture
eten alimentation; nourriture; sustentation mets; plat; repas
kost aliment; alimentation; aliments; dépenses; frais; nourriture; plat; sustentation entretien
kosten aliment; alimentation; aliments; dépenses; frais; nourriture; plat coûts; droits; droits d'expédition; frais; levée; perception; prix de revient; prélèvement; redevance
leeftocht alimentation; nourriture; provisions; victuailles; vivres
levensmiddelen alimentation; nourriture; produits alimentaires; provisions; victuailles; vivres alimentation humaine
onkosten aliment; alimentation; aliments; dépenses; frais; nourriture; plat dépense
proviand alimentation; nourriture
spijs alimentation; nourriture pâte d'amandes; pâture
spijziging alimentation; nourriture; sustentation
uitgaaf aliment; alimentation; aliments; dépenses; frais; nourriture; plat accordement; dispersion; distribution; délivrance; dépense; frais; livraison; octroi; remise; émission
uitgaven aliment; alimentation; aliments; dépenses; frais; nourriture; plat dépense
voeding alimentation; nourriture; sustentation nutrition
voedingsmiddelen aliment; alimentation; aliments; nourriture; plat
voedsel aliment; alimentation; aliments; nourriture; plat; sustentation entretien
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eten bouffer; bâfrer; casser la croûte; consommer; croquer; déglutir; déguster; déjeuner; dévorer; dîner; engloutir; finir; goûter; manger; manger goulûment; savourer; souper

Synoniemen voor "nourriture":


Wiktionary: nourriture

nourriture
Cross Translation:
FromToVia
nourriture voeder; voer feed — food given to (especially herbivorous) animals
nourriture eten; voedsel food — any substance consumed by living organisms to sustain life
nourriture vreten Fressen(von Tieren; salopp oder emotional, abwertend von Menschen) Vorgang, Handlung, bei dem beziehungsweise bei der gefressen wird

Verwante vertalingen van nourriture