Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. passablement:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor passablement (Frans) in het Nederlands

passablement:

passablement bijvoeglijk naamwoord

  1. passablement (assez; plutôt; quelque peu)
    behoorlijk; tamelijk; nogal; redelijk

Vertaal Matrix voor passablement:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
behoorlijk assez; passablement; plutôt; quelque peu bien; colossal; considérable; considérablement; considéré; d'importance; de grande envergure; de manière importante; fort; fortement; hautement; immense; important; notable; notablement; remarquable; respectable; robuste; signifiant; solide; substantiel; très; vaste; éminent; énorme; énormément
redelijk assez; passablement; plutôt; quelque peu approprié; avec raison; convenable; convenablement; raisonable; raisonablement; raisonnable; raisonnablement; rationnel
tamelijk assez; passablement; plutôt; quelque peu
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nogal assez; passablement; plutôt; quelque peu

Synoniemen voor "passablement":


Wiktionary: passablement

passablement
  1. -