Premier in het Nederlands vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

premier:
- leidend; eerste; aanvoerend; bovenste; opperste; bovenst; opperst; toonaangevend; dominant; vooraanstaande; maatgevend; gezaghebbend
- koploper
Wiktionary:
- premier → eerste
- premier → eerst, deze, eerstgenoemde, priem, eerste

Frans

Uitgebreide vertaling voor premier (Frans) in het Nederlands

premier:

premier bijvoeglijk naamwoord

premier (en premier lieu; en avant; décisif; sur le devant; en tête; décisive; qui fait autorité; d'abord; à l'avant)
leidend; eerste; aanvoerend
- leidend bijvoeglijk naamwoord
- eerste bijvoeglijk naamwoord
- aanvoerend bijvoeglijk naamwoord
premier
eerste
- eerste bijvoeglijk naamwoord
premier (supérieur; la fine fleur; le plus haut; suprême; le plus élevé)
bovenste; opperste
- bovenste bijvoeglijk naamwoord
- opperste bijvoeglijk naamwoord
premier (le plus élevé; supérieur; suprême; le plus haut)
bovenst; opperst
- bovenst bijvoeglijk naamwoord
- opperst bijvoeglijk naamwoord
premier (éminent; notable; décisif; décisive; en tête; d'abord; en avant; à l'avant; en premier lieu; sur le devant; qui fait autorité; qui donne le ton)
toonaangevend; dominant; vooraanstaande; maatgevend; gezaghebbend
- toonaangevend bijvoeglijk naamwoord
- dominant bijvoeglijk naamwoord
- vooraanstaande bijvoeglijk naamwoord
- maatgevend bijvoeglijk naamwoord
- gezaghebbend bijvoeglijk naamwoord

premier [le ~] zelfstandig naamwoord

le premier
de koploper
- koploper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor premier:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
eerste		la première; le premier; premier venu
koploper	premier
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bovenst	le plus haut; le plus élevé; premier; suprême; supérieur
dominant	d'abord; décisif; décisive; en avant; en premier lieu; en tête; notable; premier; qui donne le ton; qui fait autorité; sur le devant; à l'avant; éminent
gezaghebbend	d'abord; décisif; décisive; en avant; en premier lieu; en tête; notable; premier; qui donne le ton; qui fait autorité; sur le devant; à l'avant; éminent	accrédité; autorisé; pourvu d'autorité
maatgevend	d'abord; décisif; décisive; en avant; en premier lieu; en tête; notable; premier; qui donne le ton; qui fait autorité; sur le devant; à l'avant; éminent
opperst	le plus haut; le plus élevé; premier; suprême; supérieur	le plus haut; suprême
toonaangevend	d'abord; décisif; décisive; en avant; en premier lieu; en tête; notable; premier; qui donne le ton; qui fait autorité; sur le devant; à l'avant; éminent	déterminant l'image; influent; marquant; puissant; qui donne le ton; qui fait autorité; éminent
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanvoerend	d'abord; décisif; décisive; en avant; en premier lieu; en tête; premier; qui fait autorité; sur le devant; à l'avant
bovenste	la fine fleur; le plus haut; le plus élevé; premier; suprême; supérieur	au plus haut degré; extrêmement; la plus haute; le plus haut; le plus élevé; supérieur
eerste	d'abord; décisif; décisive; en avant; en premier lieu; en tête; premier; qui fait autorité; sur le devant; à l'avant
leidend	d'abord; décisif; décisive; en avant; en premier lieu; en tête; premier; qui fait autorité; sur le devant; à l'avant	au commencement; d'abord; devant; dirigeant; en avant; en premier; en premier lieu; en tête; sur le devant; à l'avant; à l'entrée
opperste	la fine fleur; le plus haut; le plus élevé; premier; suprême; supérieur	au plus haut degré; au plus haut point; extrême; la plus haute; le plus haut; principal; ultra
vooraanstaande	d'abord; décisif; décisive; en avant; en premier lieu; en tête; notable; premier; qui donne le ton; qui fait autorité; sur le devant; à l'avant; éminent	d'importance; d'un rang élevé; de grande valeur; de haute qualité; de marque; digne; en vue; haut placé; important; marquant; respectable; supérieur; vénérable; éminent

Synoniemen voor "premier":

antécédent; antérieur; préalable; préexistant; précurseur; préliminaire; initial; débutant; liminaire; originaire; élémentaire; primitif; rudimentaire; primordial; leader; chef; tête; meilleur; important; major; officier; militaire; originel; principal; supérieur; aîné; ancêtre; pionnier; prépondérant; dominant; prééminent; influent; primaire; ancien; naïf; grossier; simple; un; unique; indivisible

Wiktionary: premier

premier

adjective

adjectif numéral ordinal correspondre au nombre 1.
- premier → eerste

Cross Translation:

From	To	Via
• premier	→ eerst	↔ first — numeral first
• premier	→ deze; eerstgenoemde	↔ former — first of aforementioned two items
• premier	→ priem	↔ prime — mathematics: having no factors except itself and unity
• premier	→ eerste	↔ erste — (zeitlich oder örtlich oder in einer anderen Reihenfolge) an vorderster Stelle sich befindend, dem zweiten vorangehend

Verwante vertalingen van premier

Remove Ads

Vertaal premier van Frans naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor premier (Frans) in het Nederlands

premier:

premier bijvoeglijk naamwoord

premier (en premier lieu; en avant; décisif; sur le devant; en tête; décisive; qui fait autorité; d'abord; à l'avant)

premier

premier (supérieur; la fine fleur; le plus haut; suprême; le plus élevé)

premier (le plus élevé; supérieur; suprême; le plus haut)

premier (éminent; notable; décisif; décisive; en tête; d'abord; en avant; à l'avant; en premier lieu; sur le devant; qui fait autorité; qui donne le ton)

premier [le ~] zelfstandig naamwoord

le premier

Vertaal Matrix voor premier:

Synoniemen voor "premier":

Wiktionary: premier

Verwante vertalingen van premier