Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. prendre à bail:


Frans

Uitgebreide vertaling voor prendre à bail (Frans) in het Nederlands

prendre à bail:

prendre à bail werkwoord

  1. prendre à bail (louer; affermer)
    pachten
    • pachten werkwoord (pacht, pachtte, pachtten, gepacht)
  2. prendre à bail (louer; retenir; prendre en location)
    huren; charteren
    • huren werkwoord (huur, huurt, huurde, huurden, gehuurd)
    • charteren werkwoord (charteer, charteert, charteerde, charteerden, gecharteerd)

Vertaal Matrix voor prendre à bail:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
huren action de embaucher; action de engager
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
charteren louer; prendre en location; prendre à bail; retenir affrètement
huren louer; prendre en location; prendre à bail; retenir
pachten affermer; louer; prendre à bail

Verwante vertalingen van prendre à bail