Frans

Uitgebreide vertaling voor proche (Frans) in het Nederlands

proche:

proche bijvoeglijk naamwoord

  1. proche (à côté; tout près de; près de; )
    dichtbij
    – op een kleine afstand 1
    • dichtbij bijvoeglijk naamwoord
      • de school is dichtbij voor ons1
    in de buurt; nabijgelegen; vlakbij; nabij
  2. proche (apparenté; allié; familial)
    gerelateerd; verwant
  3. proche (près; proche de; tout près de; près de)
    nabije
    • nabije bijvoeglijk naamwoord
  4. proche (limitrophe; adjacent; avoisinant; )
    aangrenzend; aanpalend; belendend
  5. proche (prochain; futur; à venir; )
    toekomstig; aankomend; toekomend; toekomstige; aanstaand
  6. proche (allié; apparenté; semblable; )
    geallieerd

proche [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le proche
    de naaste
    • naaste [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor proche:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
naaste proche
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aangrenzend adjacent; avoisinant; contigu; environnant; limitrophe; proche; voisin; à côté
aankomend apprenti; en herbe; entendu; futur; prochain; proche; proposé; à venir
aanpalend adjacent; avoisinant; contigu; environnant; limitrophe; proche; voisin; à côté
aanstaand apprenti; en herbe; entendu; futur; prochain; proche; proposé; à venir
belendend adjacent; avoisinant; contigu; environnant; limitrophe; proche; voisin; à côté adjacent; avoisinant; contigu; environnant; limitrophe; voisin; à côté
dichtbij au-dessus; avoisinant; proche; proche de; près; près de; restreint; tout près de; voisin; à côté
geallieerd allié; analogue; apparenté; conforme; parent; proche; semblable
nabij au-dessus; avoisinant; proche; proche de; près; près de; restreint; tout près de; voisin; à côté
nabijgelegen au-dessus; avoisinant; proche; proche de; près; près de; restreint; tout près de; voisin; à côté
toekomend apprenti; en herbe; entendu; futur; prochain; proche; proposé; à venir
toekomstig apprenti; en herbe; entendu; futur; prochain; proche; proposé; à venir
verwant allié; apparenté; familial; proche
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vlakbij au-dessus; avoisinant; proche; proche de; près; près de; restreint; tout près de; voisin; à côté
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gerelateerd allié; apparenté; familial; proche
in de buurt au-dessus; avoisinant; proche; proche de; près; près de; restreint; tout près de; voisin; à côté
nabije proche; proche de; près; près de; tout près de
toekomstige apprenti; en herbe; entendu; futur; prochain; proche; proposé; à venir

Synoniemen voor "proche":


Wiktionary: proche

proche
adjective
  1. Traductions à trier suivant le sens
proche
adjective
  1. niet ver van hier

Cross Translation:
FromToVia
proche ongeveer about — near
proche nabije; dichtbij close — at a little distance
proche verwanten kin — relatives collectively
proche nabij near — physically close
proche dichtbij nearby — adjacent
proche dichtst; naast next — being closer to the present location than all other items
proche naderbij; nabij; dichtbij nigh — near, close by

Verwante vertalingen van proche