Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor promoteur (Frans) in het Nederlands

promoteur:

promoteur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le promoteur (tuteur; défenseur; protecteur)
    de promotor; de bevorderaar
  2. le promoteur (zélateur; partisan; supporter; défenseur; allié)
    de voorstander
  3. le promoteur (promoteur de production; promoteur immobilier)
    de projectontwikkelaar
  4. le promoteur (zélateur; défenseur; avocat; champion)
    de voorvechter; de bepleiter; de ijveraar
  5. le promoteur (fondateur; créateur; instigateur; initiateur)
    de oprichter; de stichter; de aanstichter

Vertaal Matrix voor promoteur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanstichter créateur; fondateur; initiateur; instigateur; promoteur agitateur; créateur; fondateur; initiateur; initiatrice; instigateur; meneur; petit chenapan; provocateur
bepleiter avocat; champion; défenseur; promoteur; zélateur
bevorderaar défenseur; promoteur; protecteur; tuteur
ijveraar avocat; champion; défenseur; promoteur; zélateur enragé; exalté; fana; fanatique; fervent; maniaque; mordu; zélateur
oprichter créateur; fondateur; initiateur; instigateur; promoteur créateur; fondateur; fondatrice; initiateur; instigateur
projectontwikkelaar promoteur; promoteur de production; promoteur immobilier
promotor défenseur; promoteur; protecteur; tuteur
stichter créateur; fondateur; initiateur; instigateur; promoteur créateur; fondateur; fondatrice; initiateur; instigateur
voorstander allié; défenseur; partisan; promoteur; supporter; zélateur
voorvechter avocat; champion; défenseur; promoteur; zélateur

Synoniemen voor "promoteur":


Wiktionary: promoteur

promoteur
noun
  1. Personne qui promeut un service ou un bien.

Cross Translation:
FromToVia
promoteur projectontwikkelaar; promotor developer — real estate developer

Verwante vertalingen van promoteur