Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. protubérance:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor protubérance (Frans) in het Nederlands

protubérance:

protubérance [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la protubérance (excentricité; excès; excroissance; caroncule; extravagance)
    het exces; de buitensporigheid; de uitspatting; de uitwas; de buitenissigheid

Vertaal Matrix voor protubérance:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buitenissigheid caroncule; excentricité; excroissance; excès; extravagance; protubérance bizarrerie; curiosité; excentricité; individualité; particularité; rareté; singularité; trait curieux; étrangeté
buitensporigheid caroncule; excentricité; excroissance; excès; extravagance; protubérance abondance; débauche; débordement; démesure; excès; excédent; immodération; libertinage; surplus
exces caroncule; excentricité; excroissance; excès; extravagance; protubérance abondance; bonus; débordement; excès; excédent; immodération; prime; supplément; surplus
uitspatting caroncule; excentricité; excroissance; excès; extravagance; protubérance crise de colère; crise de fureur; crise de rage; débauche; démesure; excentricité; excès; explosion de colère; extravagance; libertinage
uitwas caroncule; excentricité; excroissance; excès; extravagance; protubérance

Synoniemen voor "protubérance":


Wiktionary: protubérance

protubérance
noun
  1. didactique|fr éminence, saillie.
protubérance
Cross Translation:
FromToVia
protubérance bult bulge — Something sticking out
protubérance brok; klont lump — something that protrudes, sticks out, or sticks together; a cluster or blob; a mound, hill, or group