Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. récépissé:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor récépissé (Frans) in het Nederlands

récépissé:

récépissé [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le récépissé (reçu; récépissé de versement; quittance; )
    het ontvangstbewijs; het reçu
  2. le récépissé (bon; coupon; reçu; )
    de bon; de coupon
    • bon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • coupon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. le récépissé (reçu)
    bewijs van ontvangst; het reçu
  4. le récépissé (récépissé de versement; reçu; quittance; ticket)
    het stortingsbewijs; het reçu; de bon
    • stortingsbewijs [het ~] zelfstandig naamwoord
    • reçu [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor récépissé:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bewijs van ontvangst reçu; récépissé
bon bon; chiffon; coupon; lambeau; pièce; quittance; restant; reçu; récépissé; récépissé de versement; ticket amende; contravention; procès-verbal
coupon bon; chiffon; coupon; lambeau; pièce; quittance; restant; reçu; récépissé; ticket
ontvangstbewijs quittance; reçu; récipissé; récépissé; récépissé de versement; ticket; ticket de caisse
reçu quittance; reçu; récipissé; récépissé; récépissé de versement; ticket; ticket de caisse
stortingsbewijs quittance; reçu; récépissé; récépissé de versement; ticket

Synoniemen voor "récépissé":


Wiktionary: récépissé


Cross Translation:
FromToVia
récépissé reçu; betalingsbewijs voucher — A receipt

Verwante vertalingen van récépissé