Frans

Uitgebreide vertaling voor résultat (Frans) in het Nederlands

résultat:

résultat [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le résultat (aboutissement; effet; issue; aboutissant)
    het resultaat; de uitkomst; de afloop
    • resultaat [het ~] zelfstandig naamwoord
    • uitkomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • afloop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. le résultat (effet; aboutissement; conséquence; aboutissant)
    het resultaat; het effect; het gevolg
    • resultaat [het ~] zelfstandig naamwoord
    • effect [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gevolg [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. le résultat (conséquence; implication; effet)
    de consequentie; het gevolg; het voortvloeisel; het uitvloeisel
  4. le résultat (solution)
    de oplossing; het antwoord; de uitkomst
    • oplossing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • antwoord [het ~] zelfstandig naamwoord
    • uitkomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  5. le résultat (ce qui a été trouvé en résultat d'une expérience; expérience)
    de bevinding
  6. le résultat (conséquence; développement; implication)
    de uitwerking; het effect
    • uitwerking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • effect [het ~] zelfstandig naamwoord
  7. le résultat (dénouement; fin; issue; conclusion)
    het einde; de ontknoping; het eind
    • einde [het ~] zelfstandig naamwoord
    • ontknoping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • eind [het ~] zelfstandig naamwoord
  8. le résultat (conclusion; total; résultat final; )
    de conclusie; de gevolgtrekking; de slotsom; eindsom
  9. le résultat (score)
    behaalde

Vertaal Matrix voor résultat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afloop aboutissant; aboutissement; effet; issue; résultat expiration; fond perdu; écoulement
antwoord résultat; solution réaction; réfutation; réplique; réponse
behaalde résultat; score
bevinding ce qui a été trouvé en résultat d'une expérience; expérience; résultat
conclusie bilan; conclusion; implication; résultat; résultat définitif; résultat final; somme finale; somme totale; suite; total achèvement; bilan; clôture; conclusion; considération finale; fin; finale
consequentie conséquence; effet; implication; résultat
effect aboutissant; aboutissement; conséquence; développement; effet; implication; résultat
eind conclusion; dénouement; fin; issue; résultat
einde conclusion; dénouement; fin; issue; résultat achèvement; arrivée; bout; cessation; clôture; fin; finale; finish; ligne d'arrivée
eindsom bilan; conclusion; implication; résultat; résultat définitif; résultat final; somme finale; somme totale; suite; total
gevolg aboutissant; aboutissement; conséquence; effet; implication; résultat cour; maison du roi; personnel de la cour; provocation; servants à la cour; suite; train
gevolgtrekking bilan; conclusion; implication; résultat; résultat définitif; résultat final; somme finale; somme totale; suite; total
ontknoping conclusion; dénouement; fin; issue; résultat
oplossing résultat; solution solution
resultaat aboutissant; aboutissement; conséquence; effet; issue; résultat
slotsom bilan; conclusion; implication; résultat; résultat définitif; résultat final; somme finale; somme totale; suite; total
uitkomst aboutissant; aboutissement; effet; issue; résultat; solution avantage; bénéfice; gain; productivité; profit; rendement
uitvloeisel conséquence; effet; implication; résultat
uitwerking conséquence; développement; implication; résultat
voortvloeisel conséquence; effet; implication; résultat
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
resultaat aboutir à; avoir pour conséquence; avoir pour résultat; causer; se déverser dans

Synoniemen voor "résultat":


Wiktionary: résultat

résultat
noun
  1. Ce qui résulter, ce qui s’ensuivre d’une délibération, d’un principe, d’une opération, d’un événement, etc.
résultat
noun
  1. een uitkomst

Cross Translation:
FromToVia
résultat uitslag; resultaat Ergebnis — das, was bei einem Vorgang herauskommt
résultat uitkomst outcome — result
résultat resultaat; uitkomst result — that which results

Verwante vertalingen van résultat