Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. renier:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor renier (Frans) in het Nederlands

renier:

renier werkwoord (renie, renies, renions, reniez, )

  1. renier (nier)
    ontkennen
    – zeggen dat het niet zo is 1
    • ontkennen werkwoord (ontken, ontkent, ontkende, ontkenden, ontkend)
      • hij ontkende dat hij het gedaan had1
    loochenen
    • loochenen werkwoord (loochen, loochent, loochende, loochenden, geloochend)
  2. renier (désavouer; trahir; répudier)
    verloochenen; verzaken; loochenen; logenstraffen
    • verloochenen werkwoord (verloochen, verloochent, verloochende, verloochenden, verloochend)
    • verzaken werkwoord (verzaak, verzaakt, verzaakte, verzaakten, verzaakt)
    • loochenen werkwoord (loochen, loochent, loochende, loochenden, geloochend)
    • logenstraffen werkwoord (logenstraf, logenstraft, logenstrafte, logenstraften, gelogenstraft)
  3. renier (manquer; négliger; omettre)
    verzuimen; verzaken
    • verzuimen werkwoord (verzuim, verzuimt, verzuimde, verzuimden, verzuimd)
    • verzaken werkwoord (verzaak, verzaakt, verzaakte, verzaakten, verzaakt)
  4. renier (repousser; rejeter; nier; )
    verstoten
    • verstoten werkwoord (verstoot, verstootte, verstootten, verstoten)

Conjugations for renier:

Présent
  1. renie
  2. renies
  3. renie
  4. renions
  5. reniez
  6. renient
imparfait
  1. reniais
  2. reniais
  3. reniait
  4. reniions
  5. reniiez
  6. reniaient
passé simple
  1. reniai
  2. renias
  3. renia
  4. reniâmes
  5. reniâtes
  6. renièrent
futur simple
  1. renierai
  2. renieras
  3. reniera
  4. renierons
  5. renierez
  6. renieront
subjonctif présent
  1. que je renie
  2. que tu renies
  3. qu'il renie
  4. que nous reniions
  5. que vous reniiez
  6. qu'ils renient
conditionnel présent
  1. renierais
  2. renierais
  3. renierait
  4. renierions
  5. renieriez
  6. renieraient
passé composé
  1. ai renié
  2. as renié
  3. a renié
  4. avons renié
  5. avez renié
  6. ont renié
divers
  1. renie!
  2. reniez!
  3. renions!
  4. renié
  5. reniant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor renier:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
logenstraffen désavouer; renier; répudier; trahir
loochenen désavouer; nier; renier; répudier; trahir
ontkennen nier; renier
verloochenen désavouer; renier; répudier; trahir
verstoten déshériter; nier; rejeter; renier; renoncer à; repousser; répudier
verzaken désavouer; manquer; négliger; omettre; renier; répudier; trahir
verzuimen manquer; négliger; omettre; renier faire défaut; manquer; être absent
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verstoten rejeté; repoussé; répudié

Synoniemen voor "renier":


Wiktionary: renier

renier
verb
  1. déclarer contre la vérité que l’on ne connaître pas une personne, une chose.