Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Vertaal renouveau

Vertaal renouveau van Frans naar Nederlands

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

renouveau:
- renaissance; wedergeboorte; opleving; herleving; opbloei
Wiktionary:
- renouveau → vernieuwing, reveil

Frans

Uitgebreide vertaling voor renouveau (Frans) in het Nederlands

renouveau:

renouveau [le ~] zelfstandig naamwoord

le renouveau (renaissance; régénération; réincarnation)
de renaissance; de wedergeboorte
- renaissance [de ~] zelfstandig naamwoord
- wedergeboorte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
le renouveau (hausse; reprise; nouvelle éclosion; résurrection; réveil; régénération; renaissance)
de opleving; de herleving; de opbloei
- opleving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- herleving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- opbloei [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor renouveau:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
herleving	hausse; nouvelle éclosion; renaissance; renouveau; reprise; régénération; résurrection; réveil	retour sur scène
opbloei	hausse; nouvelle éclosion; renaissance; renouveau; reprise; régénération; résurrection; réveil	floraison; épanouissement
opleving	hausse; nouvelle éclosion; renaissance; renouveau; reprise; régénération; résurrection; réveil
renaissance	renaissance; renouveau; régénération; réincarnation
wedergeboorte	renaissance; renouveau; régénération; réincarnation

Synoniemen voor "renouveau":

printemps; jeunesse; rajeunissement; jouvence; recrudescence; regain; renaissance; revif

Wiktionary: renouveau

renouveau

noun

retour du printemps ; début du printemps.
- renouveau → vernieuwing; reveil