Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor rincer (Frans) in het Nederlands

rincer:

rincer werkwoord (rince, rinces, rinçons, rincez, )

  1. rincer
    spoelen
    • spoelen werkwoord (spoel, spoelt, spoelde, spoelden, gespoeld)
  2. rincer
    omspoelen
    • omspoelen werkwoord (spoel om, spoelt om, spoelde om, spoelden om, omgespoeld)
  3. rincer (laver; laver à grande eau; détacher)
    afspoelen
    • afspoelen werkwoord (spoel af, spoelt af, spoelde af, spoelden af, afgespoeld)
  4. rincer (laver à grande eau; laver; blanchir; délaver; passer à l'eau)
    wassen; uitwassen
    • wassen werkwoord (was, wast, waste, wasten, gewassen)
    • uitwassen werkwoord (was uit, wast uit, waste uit, wasten uit, uitgewassen)
  5. rincer (laver à grande eau)
    omspoelen met water; uitspoelen

Conjugations for rincer:

Présent
  1. rince
  2. rinces
  3. rince
  4. rinçons
  5. rincez
  6. rincent
imparfait
  1. rinçais
  2. rinçais
  3. rinçait
  4. rincions
  5. rinciez
  6. rinçaient
passé simple
  1. rinçai
  2. rinças
  3. rinça
  4. rinçâmes
  5. rinçâtes
  6. rincèrent
futur simple
  1. rincerai
  2. rinceras
  3. rincera
  4. rincerons
  5. rincerez
  6. rinceront
subjonctif présent
  1. que je rince
  2. que tu rinces
  3. qu'il rince
  4. que nous rincions
  5. que vous rinciez
  6. qu'ils rincent
conditionnel présent
  1. rincerais
  2. rincerais
  3. rincerait
  4. rincerions
  5. rinceriez
  6. rinceraient
passé composé
  1. ai rincé
  2. as rincé
  3. a rincé
  4. avons rincé
  5. avez rincé
  6. ont rincé
divers
  1. rince!
  2. rincez!
  3. rinçons!
  4. rincé
  5. rinçant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor rincer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wassen enflure; gonflement; lavage; nettoyage
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afspoelen détacher; laver; laver à grande eau; rincer
omspoelen rincer
omspoelen met water laver à grande eau; rincer
spoelen rincer dégorger; enlever en rinçant; faire passer pour nettoyer; passer avec force; tirer la chasse d'eau
uitspoelen laver à grande eau; rincer
uitwassen blanchir; délaver; laver; laver à grande eau; passer à l'eau; rincer laver
wassen blanchir; délaver; laver; laver à grande eau; passer à l'eau; rincer croître; pousser; prospérer
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wassen ciré

Synoniemen voor "rincer":


Verwante vertalingen van rincer