Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor s'enfoncer (Frans) in het Nederlands

s'enfoncer:

s'enfoncer werkwoord

  1. s'enfoncer (s'effondrer; tomber en ruine; s'écrouler)
    inzakken; in elkaar zakken; inzinken; invallen
    • inzakken werkwoord (zak in, zakt in, zakte in, zakten in, ingezakt)
    • in elkaar zakken werkwoord
    • inzinken werkwoord (zink in, zinkt in, zonk in, zonken in, ingezonken)
    • invallen werkwoord (val in, valt in, viel in, vielen in, ingevallen)
  2. s'enfoncer (galvaniser; sombrer; couler; se plonger)
    verzinken; galvaniseren
    • verzinken werkwoord (verzink, verzinkt, verzonk, verzonken, verzonken)
    • galvaniseren werkwoord (galvaniseer, galvaniseert, galvaniseerde, galvaniseerden, gegalvaniseerd)
  3. s'enfoncer (couler; sombrer; s'enliser)
    vervallen; wegglijden; inzinken; aftakelen; afzakken; afglijden; wegzinken
    • vervallen werkwoord (verval, vervalt, verviel, vervielen, vervallen)
    • wegglijden werkwoord (glijd weg, glijdt weg, gleed weg, gleden weg, weggegleden)
    • inzinken werkwoord (zink in, zinkt in, zonk in, zonken in, ingezonken)
    • aftakelen werkwoord (takel af, takelt af, takelde af, takelden af, afgetakeld)
    • afzakken werkwoord (zak af, zakt af, zakte af, zakten af, afgezakt)
    • afglijden werkwoord (glijd af, glijdt af, gleed af, gleden af, afgegleden)
    • wegzinken werkwoord (zink weg, zinkt weg, zonk weg, zonken weg, weggezonken)
  4. s'enfoncer (s'affaisser)
    wegzakken; zakken in
    • wegzakken werkwoord (zak weg, zakt weg, zakte weg, zakten weg, weggezakt)
    • zakken in werkwoord

Vertaal Matrix voor s'enfoncer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
invallen invasions
inzakken abaissement; chute
inzinken affaissement; tassement de terrain; éboulement; écroulement
vervallen expiration; écoulement
verzinken galvanisation
wegglijden glissade
wegzakken abaisser
wegzinken affaissement; tassement de terrain; éboulement; écroulement
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afglijden couler; s'enfoncer; s'enliser; sombrer glisser; glisser jusqu'au bas
aftakelen couler; s'enfoncer; s'enliser; sombrer affaiblir; atténuer
afzakken couler; s'enfoncer; s'enliser; sombrer
galvaniseren couler; galvaniser; s'enfoncer; se plonger; sombrer galvaniser
in elkaar zakken s'effondrer; s'enfoncer; s'écrouler; tomber en ruine
invallen s'effondrer; s'enfoncer; s'écrouler; tomber en ruine entrer dans; envahir; faire entrer; faire irruption dans; faire une invasion; pénétrer dans; remplacer; s'infiltrer; s'introduire
inzakken s'effondrer; s'enfoncer; s'écrouler; tomber en ruine s'effrondrer; s'écrouler
inzinken couler; s'effondrer; s'enfoncer; s'enliser; s'écrouler; sombrer; tomber en ruine
vervallen couler; s'enfoncer; s'enliser; sombrer aborder; aboutir; aboutir à; aller en pente; amoindrir; arriver; arriver à; atteindre; atterrir; baisser; descendre; descendre en pente douce; diminuer; décliner; décroître; délabrer; dépérir; expirer; finir; parvenir; parvenir à; passer; prendre fin; réduire; réussir; s'achever; s'arrêter; s'écouler; se délabrer; se passer; se retrouver; se terminer; se terminer par; stopper; terminer; tomber dans; tomber en ruïne
verzinken couler; galvaniser; s'enfoncer; se plonger; sombrer
wegglijden couler; s'enfoncer; s'enliser; sombrer affaiblir; atténuer
wegzakken s'affaisser; s'enfoncer s'assoupir; s'endormir; somnoler
wegzinken couler; s'enfoncer; s'enliser; sombrer
zakken in s'affaisser; s'enfoncer
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vervallen expiré; passé; usé; écoulé

Wiktionary: s'enfoncer


Cross Translation:
FromToVia
• s'enfoncer zinken sink — descend into liquid, etc

Verwante vertalingen van s'enfoncer