Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. soupçon:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor soupçon (Frans) in het Nederlands

soupçon:

soupçon [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le soupçon (supposition; présomption; conjecture)
    het vermoeden; de veronderstelling
  2. le soupçon (suspicion; supposition)
    de verdenking; de beschuldiging
  3. le soupçon (pressentiment; intuition; suspicion)
    het voorgevoel
  4. le soupçon (coup; rien; pousse)
    het scheutje
    • scheutje [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. le soupçon (défiance; méfiance)
    het wantrouwen
  6. le soupçon (lueur; ombre; étincelle; )
    de glimp; het vleugje
    • glimp [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vleugje [het ~] zelfstandig naamwoord
  7. le soupçon
    de zier
    • zier [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor soupçon:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beschuldiging soupçon; supposition; suspicion accusation; doléances; imputation; inculpation; insinuation; plainte; plaintes; réclamation
glimp bouffée; lueur; ombre; pointe; soupçon; trace; étincelle
scheutje coup; pousse; rien; soupçon
verdenking soupçon; supposition; suspicion
vermoeden conjecture; présomption; soupçon; supposition
veronderstelling conjecture; présomption; soupçon; supposition assertion; hypothèse; idée fondamentale; point de départ; proposition; supposition; thèse; théorie; théorème
vleugje bouffée; lueur; ombre; pointe; soupçon; trace; étincelle petit peu; rien
voorgevoel intuition; pressentiment; soupçon; suspicion
wantrouwen défiance; méfiance; soupçon
zier soupçon
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wantrouwen se défier de; se méfier de

Synoniemen voor "soupçon":


Wiktionary: soupçon

soupçon
noun
  1. het vermoeden van het uitvoeren van een (strafbaar) feit

Cross Translation:
FromToVia
soupçon scheutje dash — small quantity of liquid