Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. subjectif:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor subjectif (Frans) in het Nederlands

subjectif:

subjectif bijvoeglijk naamwoord

  1. subjectif (personnel; subjectivement)
    subjectief; persoonlijk
  2. subjectif (relatif; relativement; subjectivement)
    relatief; betrekkelijk
  3. subjectif (personnel)
    persoonsgebonden

Vertaal Matrix voor subjectif:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
betrekkelijk relatif; relativement; subjectif; subjectivement
persoonlijk personnel; subjectif; subjectivement
persoonsgebonden personnel; subjectif
relatief relatif; relativement; subjectif; subjectivement
subjectief personnel; subjectif; subjectivement

Synoniemen voor "subjectif":


Wiktionary: subjectif


Cross Translation:
FromToVia
subjectif subjectief subjective — based upon subjective feelings or intuition