Frans

Uitgebreide vertaling voor surveiller (Frans) in het Nederlands

surveiller:

surveiller werkwoord (surveille, surveilles, surveillons, surveillez, )

  1. surveiller (garder; observer; patrouiller)
    toezicht houden; surveilleren; bewaken; toezien
    • toezicht houden werkwoord (houd toezicht, houdt toezicht, hield toezicht, hielden toezicht, toezicht gehouden)
    • surveilleren werkwoord (surveilleer, surveilleert, surveilleerde, surveilleerden, gesurveilleerd)
    • bewaken werkwoord (bewaak, bewaakt, bewaakte, bewaakten, bewaakt)
    • toezien werkwoord (zie toe, ziet toe, zag toe, zagen toe, toegezien)
  2. surveiller (suivre à pied; suivre; poursuivre; )
    volgen; achternagaan; nalopen; achternalopen
    • volgen werkwoord (volg, volgt, volgde, volgden, gevolgd)
    • achternagaan werkwoord (ga achterna, gaat achterna, ging achterna, gingen achterna, achternagegaan)
    • nalopen werkwoord (loop na, loopt na, liep na, liepen na, nagelopen)
    • achternalopen werkwoord (loop achterna, loopt achterna, liep achterna, liepen achterna, achternagelopen)
  3. surveiller (protéger; maintenir; garder; )
    beschermen; behouden; in bescherming nemen; behoeden
    • beschermen werkwoord (bescherm, beschermt, beschermde, beschermden, beschermd)
    • behouden werkwoord (behoud, behoudt, behield, behielden, behouden)
    • in bescherming nemen werkwoord (neem in bescherming, neemt in bescherming, nam in bescherming, namen in bescherming, in bescherming genomen)
    • behoeden werkwoord (behoed, behoedt, behoedde, behoedden, behoed)
  4. surveiller (passer en revue; visiter; regarder; )
    bekijken; inspecteren; bezichtigen
    • bekijken werkwoord (bekijk, bekijkt, bekeek, bekeken, bekeken)
    • inspecteren werkwoord (inspecteer, inspecteert, inspecteerde, inspecteerden, geïnspecteerd)
    • bezichtigen werkwoord (bezichtig, bezichtigt, bezichtigde, bezichtigden, bezichtigd)
  5. surveiller (patrouiller; garder; observer)
    patrouilleren
    • patrouilleren werkwoord (patrouilleer, patrouilleert, patrouilleerde, patrouilleerden, gepatrouilleerd)
  6. surveiller (observer; veiller; assister à; regarder; contempler)
    toekijken
    • toekijken werkwoord (kijk toe, kijkt toe, keek toe, keken toe, toegekeken)
  7. surveiller (veiller sur)
    toezien op; bewaken
    • toezien op werkwoord
    • bewaken werkwoord (bewaak, bewaakt, bewaakte, bewaakten, bewaakt)
  8. surveiller (observer; examiner; considérer; )
    gadeslaan; bekijken; toeschouwen; aankijken
    • gadeslaan werkwoord (sla gade, slaat gade, sloeg gade, sloegen gade, gade geslagen)
    • bekijken werkwoord (bekijk, bekijkt, bekeek, bekeken, bekeken)
    • toeschouwen werkwoord (schouw toe, schouwt toe, schouwde toe, schouwden toe, toegeschouwd)
    • aankijken werkwoord (kijk aan, kijkt aan, keek aan, keken aan, aangekeken)

Conjugations for surveiller:

Présent
  1. surveille
  2. surveilles
  3. surveille
  4. surveillons
  5. surveillez
  6. surveillent
imparfait
  1. surveillais
  2. surveillais
  3. surveillait
  4. surveillions
  5. surveilliez
  6. surveillaient
passé simple
  1. surveillai
  2. surveillas
  3. surveilla
  4. surveillâmes
  5. surveillâtes
  6. surveillèrent
futur simple
  1. surveillerai
  2. surveilleras
  3. surveillera
  4. surveillerons
  5. surveillerez
  6. surveilleront
subjonctif présent
  1. que je surveille
  2. que tu surveilles
  3. qu'il surveille
  4. que nous surveillions
  5. que vous surveilliez
  6. qu'ils surveillent
conditionnel présent
  1. surveillerais
  2. surveillerais
  3. surveillerait
  4. surveillerions
  5. surveilleriez
  6. surveilleraient
passé composé
  1. ai surveillé
  2. as surveillé
  3. a surveillé
  4. avons surveillé
  5. avez surveillé
  6. ont surveillé
divers
  1. surveille!
  2. surveillez!
  3. surveillons!
  4. surveillé
  5. surveillant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor surveiller:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aankijken regard
beschermen blindage; protection; sauvegarde
bezichtigen examiner; inspection; visite
patrouilleren fouille; patrouille
toezicht houden fait de parcourir
volgen poursuite
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aankijken considérer; examiner; fixer; observer; regarder; surveiller; voir jeter les yeux sur; jeter un coup d'oeil sur; jeter un regard; regarder
achternagaan courir après; pourchasser; poursuivre; suivre; suivre à pied; surveiller; traquer; venir après
achternalopen courir après; pourchasser; poursuivre; suivre; suivre à pied; surveiller; traquer; venir après
behoeden abriter; assurer la surveillance; conserver; défendre; garder; maintenir; mettre à l'abri de; protéger; préserver; sauvegarder; surveiller; veiller; veiller sur quelqu'un; veiller sur quelque chose conserver; préserver
behouden abriter; assurer la surveillance; conserver; défendre; garder; maintenir; mettre à l'abri de; protéger; préserver; sauvegarder; surveiller; veiller; veiller sur quelqu'un; veiller sur quelque chose affecter; avoir soin de; conserver; entretenir; garder; maintenir; maintenir en état; prendre soin de; préserver; réserver; se charger de; veiller à quelque chose
bekijken considérer; contempler; contrôler; examiner; faire une inspection de; fixer; inspecter; observer; passer en revue; regarder; soumettre à une inspection; surveiller; visiter; voir aller se faire foutre; aller se faire voir; apercevoir; constater; contempler; discerner; distinguer; dévisager; embrasser du regard; enregistrer; examiner; faire observer; faire remarquer; faire une inspection de; inspecter; observer; percevoir; regarder; regarder faire; remarquer; se foutre la paix; se rendre compte de; visiter; voir
beschermen abriter; assurer la surveillance; conserver; défendre; garder; maintenir; mettre à l'abri de; protéger; préserver; sauvegarder; surveiller; veiller; veiller sur quelqu'un; veiller sur quelque chose abriter; borner; cacher; clôturer; conserver; couvrir; défendre; installer un système d'alarme; mettre en sûreté; mettre à l'abri de; munir d'une installation d'alarme; patronner; protéger; préserver; recéler; sauvegarder
bewaken garder; observer; patrouiller; surveiller; veiller sur installer un système d'alarme; munir d'une installation d'alarme
bezichtigen considérer; contempler; contrôler; examiner; faire une inspection de; inspecter; observer; passer en revue; regarder; soumettre à une inspection; surveiller; visiter; voir contempler; dévisager; examiner; faire une inspection de; inspecter; regarder; regarder faire; visiter
gadeslaan considérer; examiner; fixer; observer; regarder; surveiller; voir apercevoir; distinguer; observer; percevoir; remarquer; se rendre compte de; voir
in bescherming nemen abriter; assurer la surveillance; conserver; défendre; garder; maintenir; mettre à l'abri de; protéger; préserver; sauvegarder; surveiller; veiller; veiller sur quelqu'un; veiller sur quelque chose défendre; protéger; préserver; sauvegarder
inspecteren considérer; contempler; contrôler; examiner; faire une inspection de; inspecter; observer; passer en revue; regarder; soumettre à une inspection; surveiller; visiter; voir examiner; faire une inspection de; inspecter; parcourir
nalopen courir après; pourchasser; poursuivre; suivre; suivre à pied; surveiller; traquer; venir après
patrouilleren garder; observer; patrouiller; surveiller
surveilleren garder; observer; patrouiller; surveiller
toekijken assister à; contempler; observer; regarder; surveiller; veiller
toeschouwen considérer; examiner; fixer; observer; regarder; surveiller; voir contempler; fixer; regarder
toezicht houden garder; observer; patrouiller; surveiller
toezien garder; observer; patrouiller; surveiller observer; regarder
toezien op surveiller; veiller sur
volgen courir après; pourchasser; poursuivre; suivre; suivre à pied; surveiller; traquer; venir après accompagner; chaperonner; conduire; courir après; effectuer le suivi; escorter; mener; persécuter; pourchasser; succéder; suivre; venir après

Synoniemen voor "surveiller":


Wiktionary: surveiller

surveiller surveiller
verb
  1. toezicht houden

Cross Translation:
FromToVia
surveiller toezicht houden; surveilleren; controleren monitor — watch over, guard
surveiller zorgen voor; opletten watch — to attend or guard
surveiller toezien achtenauf etwas achten: aufrechterhalten; überwachen
surveiller toezien achtenauf jemanden achten: auf jemanden aufpassen; aufpassen, dass jemandem nichts passiert
surveiller bewaren; behoeden; passen; op; hoeden gaumen — (transitiv), Schweiz: auf jemandem, etwas aufpassen; in seine Obhut nehmen