Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tailleur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor tailleur (Frans) in het Nederlands

tailleur:

tailleur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le tailleur
    de tailleur; de kleermaker
  2. le tailleur
    het mantelkostuum
  3. le tailleur (ensemble)
    de complet
    • complet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. le tailleur (mineur)
    de houwer
    • houwer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tailleur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
complet ensemble; tailleur
houwer mineur; tailleur
kleermaker tailleur
mantelkostuum tailleur
tailleur tailleur

Synoniemen voor "tailleur":


Wiktionary: tailleur

tailleur
noun
  1. Celui qui taille.
tailleur
noun
  1. iemand wiens beroep bestaat uit het maken van kleding.

Cross Translation:
FromToVia
tailleur kleermaker Schneider — meist selbstständiger Handwerker, Gewerbetreibender, der Kleidung anfertigen oder ändern
tailleur kostuum suit — suit of clothes
tailleur kleermaker; kleermaakster tailor — person who makes, repairs, or alters clothing as profession

Verwante vertalingen van tailleur