Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tenu:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor tenu (Frans) in het Nederlands

tenu:

tenu bijvoeglijk naamwoord

  1. tenu (occupé; lié; engagé; obligé)
    gebonden; niet vrij
  2. tenu (obligatoire; obligé; engagé; )
    verplicht; obligaat; obligatoir; vereist

Vertaal Matrix voor tenu:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gebonden engagé; lié; obligé; occupé; tenu
obligaat ; engagé; lié; obligatoire; obligé; réglementaire; tenu
obligatoir ; engagé; lié; obligatoire; obligé; réglementaire; tenu
verplicht ; engagé; lié; obligatoire; obligé; réglementaire; tenu forcé; involontaire; obligatoire
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
niet vrij engagé; lié; obligé; occupé; tenu
vereist ; engagé; lié; obligatoire; obligé; réglementaire; tenu crucial; décisif; essentiel; fondamental; indispensable; élementaire

Synoniemen voor "tenu":


Wiktionary: tenu


Cross Translation:
FromToVia
tenu gehouden bound — obliged to

Verwante vertalingen van tenu