Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. trône:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor trône (Frans) in het Nederlands

trône:

trône [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le trône
    de troon; de zetel; het gestoelte
    • troon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zetel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gestoelte [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trône:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gestoelte trône chaise; fauteuil; siège
troon trône
zetel trône chaise; fauteuil; place assise; siège; siège social

Synoniemen voor "trône":


Wiktionary: trône

trône
noun
  1. siège des souverains
trône
noun
  1. zetel waar een vorst op zit tijdens formele plechtigheden

Cross Translation:
FromToVia
trône troon throne — ornate seat
trône gemak throne — lavatory or toilet
trône troon throne — third highest order of angel

Verwante vertalingen van trône