Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. trahison:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor trahison (Frans) in het Nederlands

trahison:

trahison [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la trahison (inculpation; félonie)
    de felonie; het verraad; de trouweloosheid
  2. la trahison (infidélité; perfidie; malhonnêteté; adultère)
    de ontrouw; perfidie; het niet-trouw-zijn; trouwbreuk; de trouweloosheid

Vertaal Matrix voor trahison:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
felonie félonie; inculpation; trahison
het niet-trouw-zijn adultère; infidélité; malhonnêteté; perfidie; trahison
ontrouw adultère; infidélité; malhonnêteté; perfidie; trahison
perfidie adultère; infidélité; malhonnêteté; perfidie; trahison
trouwbreuk adultère; infidélité; malhonnêteté; perfidie; trahison
trouweloosheid adultère; félonie; inculpation; infidélité; malhonnêteté; perfidie; trahison
verraad félonie; inculpation; trahison
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ontrouw adultère; infidèle; malhonnête; perfide; perfidement; traîtreusement

Synoniemen voor "trahison":


Wiktionary: trahison

trahison
noun
  1. het schenden van trouw

Cross Translation:
FromToVia
trahison verraad Verrat — Weitergabe von Informationen ohne das Einverständnis des Betroffenen
trahison hoogverraad; landverraad treason — crime of betraying one’s government

Verwante vertalingen van trahison