Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. transpercer:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor transpercer (Frans) in het Nederlands

transpercer:

transpercer werkwoord (transperce, transperces, transperçons, transpercez, )

  1. transpercer (pénétrer; faire une invasion; envahir; percer; perforer)
    doordringen; penetreren
    • doordringen werkwoord (dring door, dringt door, drong door, drongen door, doorgedrongen)
    • penetreren werkwoord (penetreer, penetreert, penetreerde, penetreerden, gepenetreerd)
  2. transpercer (percer; perforer; pénétrer)
    gaatjes maken in; perforeren; doorboren
    • gaatjes maken in werkwoord
    • perforeren werkwoord (perforeer, perforeert, perforeerde, perforeerden, geperforeerd)
    • doorboren werkwoord (boor door, boort door, boorde door, boorden door, doorgeboord)
  3. transpercer (percer; crever; faire passer; perforer)
    doorsteken; erdoor steken

Conjugations for transpercer:

Présent
  1. transperce
  2. transperces
  3. transperce
  4. transperçons
  5. transpercez
  6. transpercent
imparfait
  1. transperçais
  2. transperçais
  3. transperçait
  4. transpercions
  5. transperciez
  6. transperçaient
passé simple
  1. transperçai
  2. transperças
  3. transperça
  4. transperçâmes
  5. transperçâtes
  6. transpercèrent
futur simple
  1. transpercerai
  2. transperceras
  3. transpercera
  4. transpercerons
  5. transpercerez
  6. transperceront
subjonctif présent
  1. que je transperce
  2. que tu transperces
  3. qu'il transperce
  4. que nous transpercions
  5. que vous transperciez
  6. qu'ils transpercent
conditionnel présent
  1. transpercerais
  2. transpercerais
  3. transpercerait
  4. transpercerions
  5. transperceriez
  6. transperceraient
passé composé
  1. ai transpercé
  2. as transpercé
  3. a transpercé
  4. avons transpercé
  5. avez transpercé
  6. ont transpercé
divers
  1. transperce!
  2. transpercez!
  3. transperçons!
  4. transpercé
  5. transperçant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor transpercer:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doorboren percer; perforer; pénétrer; transpercer
doordringen envahir; faire une invasion; percer; perforer; pénétrer; transpercer atteindre; pénétrer; s'infiltrer
doorsteken crever; faire passer; percer; perforer; transpercer
erdoor steken crever; faire passer; percer; perforer; transpercer
gaatjes maken in percer; perforer; pénétrer; transpercer
penetreren envahir; faire une invasion; percer; perforer; pénétrer; transpercer entrer; envahir; pénétrer; pénétrer dans; s'introduire dans
perforeren percer; perforer; pénétrer; transpercer

Synoniemen voor "transpercer":


Wiktionary: transpercer

transpercer
verb
  1. geheel doorboren met een scherp hulpmiddel