Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. verbiage:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor verbiage (Frans) in het Nederlands

verbiage:

verbiage [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le verbiage (bavardage)
    de prietpraat
  2. le verbiage (flux de paroles; mer de mots; abondance verbale; exubérance de paroles)
    de woordenvloed

Vertaal Matrix voor verbiage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
prietpraat bavardage; verbiage
woordenvloed abondance verbale; exubérance de paroles; flux de paroles; mer de mots; verbiage

Synoniemen voor "verbiage":


Wiktionary: verbiage

verbiage
noun
  1. abondance de paroles qui ne disent presque rien, qui contenir peu de sens.

Cross Translation:
FromToVia
verbiage Holle frasen; Bombast claptrap — empty verbiage or nonsense
verbiage woordenvloed verbiage — overabundance of words
verbiage geraaskal Kalaumesumgangssprachlich: belangloses, überflüssiges Gerede
verbiage geraaskal Schmontiusumgangssprachlich: leeres Gerede
verbiage geraaskal SchmonzesDeutschland, Österreich; umgangssprachlich abwertend: belangloses, leeres Gerede; Vortäuschungen; Worte, die ergreifen und gefügig stimmen sollen