Frans

Uitgebreide vertaling voor vivacité (Frans) in het Nederlands

vivacité:

vivacité [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la vivacité (mobilité)
    de beweeglijkheid; de levendigheid
  2. la vivacité (mobilité)
    de drukte; de vrolijkheid; de levendigheid; de opgewektheid
  3. la vivacité (exubérance; pétulance; humeur folâtre; lascivité)
    de dartelheid; de speelsheid
  4. la vivacité (fait d'être éveillé; vigueur)
    wakker zijn
  5. la vivacité (rapidité; intelligence)
    de vlugheid
    • vlugheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  6. la vivacité (tempérament)
    kittigheid
  7. la vivacité (animation)
    de levendigheid

Vertaal Matrix voor vivacité:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beweeglijkheid mobilité; vivacité agitation; mobilité
dartelheid exubérance; humeur folâtre; lascivité; pétulance; vivacité
drukte mobilité; vivacité activité; affairement; affluence; animation; bousculade; brouhaha; chahut; charivari; chichis; cohue; cérémonie; effervescence; embarras; esbroufe; foule; foule d'occupations; masse; multitude de personnes; pagaille; poussée; presse; remue-ménage; rumeur; tam-tam; tapage; tintouin; tracas; tumulte; vacarme; émoi
kittigheid tempérament; vivacité
levendigheid animation; mobilité; vivacité
opgewektheid mobilité; vivacité allégresse; belle humeur; bonne humeur; enjouement; gaieté; gaité; grande joie; humeur joyeuse; joie; jovialité; liesse; plaisir; réjouissance; satisfaction
speelsheid exubérance; humeur folâtre; lascivité; pétulance; vivacité
vlugheid intelligence; rapidité; vivacité allure; promptitude; précipitation; rapidité; vitesse; vélocité
vrolijkheid mobilité; vivacité allégresse; belle humeur; bonne humeur; enjouement; entrain; gaieté; grande joie; humeur joyeuse; joie; jovialité; liesse; plaisir; réjouissance; satisfaction
wakker zijn fait d'être éveillé; vigueur; vivacité
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wakker zijn être éveillé

Synoniemen voor "vivacité":


Wiktionary: vivacité


Cross Translation:
FromToVia
vivacité moed; vastberadenheid; levendigheid spunk — courage; spirit; mettle; determination

Verwante vertalingen van vivacité