Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: enchanter

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: enchanter

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. enchanter:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor enchanter (Frans) in het Nederlands

enchanter:

enchanter werkwoord (enchante, enchantes, enchantons, enchantez, )

  1. enchanter (ensorceler; ravir; charmer)
    betoveren; beheksen
    • betoveren werkwoord (betover, betovert, betoverde, betoverden, betoverd)
    • beheksen werkwoord (beheks, behekst, behekste, beheksten, behekst)
  2. enchanter (plaire; attirer; séduire; )
    bevallen; bekoren
    • bevallen werkwoord (beval, bevalt, beviel, bevielen, bevallen)
    • bekoren werkwoord (bekoor, bekoort, bekoorde, bekoorden, bekoord)
  3. enchanter (rendre heureux; réjouir; faire plaisir à; rendre service à)
    verheugd; verblijden; plezieren; in verrukking brengen; blij maken; verrukken
    • verheugd werkwoord
    • verblijden werkwoord (verblijd, verblijdt, verblijdde, verblijdden, verblijd)
    • plezieren werkwoord (plezier, pleziert, plezierde, plezierden, geplezierd)
    • in verrukking brengen werkwoord (breng in verrukking, brengt in verrukking, bracht in verrukking, brachten in verrukking, in verrukking gebracht)
    • blij maken werkwoord (maak blij, maakt blij, maakte blij, maakten blij, blij gemaakt)
    • verrukken werkwoord (verruk, verrukt, verrukte, verrukten, verrukt)

Conjugations for enchanter:

Présent
  1. enchante
  2. enchantes
  3. enchante
  4. enchantons
  5. enchantez
  6. enchantent
imparfait
  1. enchantais
  2. enchantais
  3. enchantait
  4. enchantions
  5. enchantiez
  6. enchantaient
passé simple
  1. enchantai
  2. enchantas
  3. enchanta
  4. enchantâmes
  5. enchantâtes
  6. enchantèrent
futur simple
  1. enchanterai
  2. enchanteras
  3. enchantera
  4. enchanterons
  5. enchanterez
  6. enchanteront
subjonctif présent
  1. que j'enchante
  2. que tu enchantes
  3. qu'il enchante
  4. que nous enchantions
  5. que vous enchantiez
  6. qu'ils enchantent
conditionnel présent
  1. enchanterais
  2. enchanterais
  3. enchanterait
  4. enchanterions
  5. enchanteriez
  6. enchanteraient
passé composé
  1. ai enchanté
  2. as enchanté
  3. a enchanté
  4. avons enchanté
  5. avez enchanté
  6. ont enchanté
divers
  1. enchante!
  2. enchantez!
  3. enchantons!
  5. enchanté
  6. enchantant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor enchanter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bekoren attrait; charme; séduction
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beheksen charmer; enchanter; ensorceler; ravir
bekoren attirer; charmer; enchanter; enjôler; envoûter; plaire; séduire
betoveren charmer; enchanter; ensorceler; ravir
bevallen attirer; charmer; enchanter; enjôler; envoûter; plaire; séduire accoucher; bien aller; convenir; coqueter; faire la coquette; faire plaisir à; flirter; plaire; plaire à; produire; se plaire; être apte à; être convenable
blij maken enchanter; faire plaisir à; rendre heureux; rendre service à; réjouir faire plaisir; faire plaisir à; rafraîchir; ragaillardir; raviver; remonter le moral à; rendre service; rendre service à; requinquer; réconforter; se remettre; se requinquer; égayer
in verrukking brengen enchanter; faire plaisir à; rendre heureux; rendre service à; réjouir
plezieren enchanter; faire plaisir à; rendre heureux; rendre service à; réjouir coqueter; faire la coquette; faire plaisir à; flirter; plaire; plaire à
verblijden enchanter; faire plaisir à; rendre heureux; rendre service à; réjouir
verheugd enchanter; faire plaisir à; rendre heureux; rendre service à; réjouir
verrukken enchanter; faire plaisir à; rendre heureux; rendre service à; réjouir
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verheugd avec enjouement; avec joie; content; de bonne humeur; enchanté; enjoué; gai; heureux; joyeusement; joyeux; ravi; réjoui; réjouissant; satisfait; transporté de joie
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
verrukken ravir

Synoniemen voor "enchanter":


Wiktionary: enchanter

enchanter
verb
  1. aantrekkingskracht uitoefenen
  2. in vervoering brengen
Cross Translation:
FromToVia
• enchanter → bevallen; behagen ↔ delight — to give pleasure to







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0476 seconde
Page rendered in 1.0 seconds