Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. morceaux:


Frans

Uitgebreide vertaling voor morceaux (Frans) in het Nederlands

morceaux:

morceaux [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le morceaux (éclats de bois; rognures; bouts; fragments)
    de snippers; de spaanders
    • snippers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • spaanders [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. le morceaux (incisions; fente; déchirure; tranches; arrachement)
    de kepen
    • kepen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor morceaux:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kepen arrachement; déchirure; fente; incisions; morceaux; tranches
snippers bouts; fragments; morceaux; rognures; éclats de bois
spaanders bouts; fragments; morceaux; rognures; éclats de bois
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kepen encocher; entailler; faire une encoche; graver; inciser; rainer; rainurer; scarifier; tailler

Synoniemen voor "morceaux":


Verwante vertalingen van morceaux