Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. revanche:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. revanche:


Frans

Uitgebreide vertaling voor revanche (Frans) in het Nederlands

revanche:

revanche [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la revanche (représailles; vengeance)
    de wraak; de wraakneming
    • wraak [de ~] zelfstandig naamwoord
    • wraakneming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. la revanche (partie de revanche)
    de revanche
  3. la revanche (rémunération; représaille; récompense)
    de vergelding
  4. la revanche
    revanchewedstrijd

Vertaal Matrix voor revanche:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
revanche partie de revanche; revanche
revanchewedstrijd revanche
vergelding représaille; revanche; récompense; rémunération
wraak représailles; revanche; vengeance
wraakneming représailles; revanche; vengeance

Synoniemen voor "revanche":


Wiktionary: revanche

revanche
noun
  1. action par laquelle on reprendre sur quelqu’un l’avantage qu’il prendre sur vous. Action de rendre la pareille pour un mal qu'on recevoir.
revanche
noun
  1. wraak, revanche

Verwante vertalingen van revanche



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor revanche (Nederlands) in het Frans

revanche:

revanche [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de revanche
    la revanche; la partie de revanche

Vertaal Matrix voor revanche:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
partie de revanche revanche
revanche revanche revanchewedstrijd; vergelding; wraak; wraakneming

Verwante woorden van "revanche":

  • revanches