Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. défiance:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor défiance (Frans) in het Zweeds

défiance:

défiance [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la défiance (méfiance; soupçon)
    misstroende; misstanke
  2. la défiance (déficit; manque; insuffisance; )
    underskott
  3. la défiance (méfiance; suspicion)
    misstanke; misstanksamhet

Vertaal Matrix voor défiance:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
misstanke défiance; méfiance; soupçon; suspicion soupçon; supposition; suspicion
misstanksamhet défiance; méfiance; suspicion
misstroende défiance; méfiance; soupçon
underskott carence; disette; défaut; défiance; déficit; insuffisance; manque; pénurie découverts; déficit; déficits

Synoniemen voor "défiance":


Wiktionary: défiance


Cross Translation:
FromToVia
défiance misstänksamhet; misstro ArgwohnVerdacht, Misstrauen

Computer vertaling door derden: